Deze Mini koop je niet puur voor de prestaties. In dezelfde prijsklasse zijn er immers alternatieven voorhanden die scherper sturen en sneller afklokken na een rondje op een afgesloten omloop. Neen, de Countryman JCW wordt aangeschaft door mensen die sowieso een Mini voor de deur willen parkeren én bakken plezier aan de machine hopen te beleven.
Hen daarin geruststellen kunnen we alvast. Niet dat deze Countryman over hetzelfde scherpe kantje beschikt als enkele minder uit de kluiten gewassen modellen met ambitie (rolgedrag is haast onvermijdelijk), maar hij gaat nooit ten onder in zijn zoektocht naar grip. Daarvoor doet hij beroep op het standaard aangevoerde ALL4-systeem, dat de beschikbare trekkracht zowel naar de voor- als naar de achterwielen kan versassen dankzij het elektromagnetische differentieel met lamellenkoppeling op de achteras. Het is goedkoper, lichter en eenvoudiger te installeren dan het systeem van BMW.
In plaats van een simpele starre as bezit onze testauto, zoals elke Pace- en Countryman overigens, een onafhankelijke multi-link achterwielophanging die het weggedrag positief beïnvloedt en oneffenheden in het wegdek beter opvangt. Een rit met Mini's grootste verloopt doorgaans comfortabel. Zelfs in sportmodus valt het mee. De koets blijft in grote lijnen onderstuurd (een slepende rem dwingt het binnenste voorwiel tot onderdanigheid) en we missen enige communicatie met het wegdek vanwege de gevoelloze besturing, maar zijn onderstel behoort wel tot de betere soort. Hij laat zich gemakkelijk in het juiste spoor zetten, en blijft daar ook. Bij het nekvel werden we jammer genoeg niet gegrepen, de grollende en ploffende uitlaat ten spijt. De uiterlijke versiering had dus best wat subtieler gemogen.
Nul naar honderd neemt 7 tellen in beslag en zijn topsnelheid is bepaald op 225km/u. Daarvoor zorgt de 1.6 viercilinder met twinscrollturbo, variabele kleptiming en directe injectie. Het blok produceert 280Nm koppel, beschikbaar tussen 1.900 en 5.000tr/min (met overboost: 300Nm tussen 2.100 en 4.500tr/min), en 218 hitsige paarden die met 6.000 toeren op de teller volledig tot uiting komen. Of er in de buurt van de gebruiksopgave wordt geraakt (7,4l/100km - 172g/km CO2), hangt uiteraard af van de gemoedstoestand van de bestuurder. Met de manuele bak ben je op papier wel zuiniger af dan wanneer je voor de automaat kiest.