Als John Cooper Works beschikt deze 1cm lager hangende Countryman over 18-duims lichtmetaal, dikkere bumpers en esthetisch minder geslaagde zijschorten, twee vuistdikke eindpijpen en een sterk contrasterende carrosserie-aankleding. Of de opsmuk in verhouding staat met de geleverde prestaties laten we voorlopig in het midden, maar opvallen vormt geen enkel probleem.
Op visueel vlak worden er weliswaar minder punten gescoord dan met de driedeursversie, die liever naar de naam Paceman luistert en een lager aflopende daklijn geniet, maar de Countryman is duidelijk de meest praktisch ingestelde van het tweetal. Enerzijds omdat zijn portieren - het zijn er 5 in totaal - niet te groot uitvallen, anderzijds omdat er aan de binnenzijde meer ruimte overblijft. De laadcapaciteit is uiteraard gelijk aan die van de doordeweekse Countryman en schommelt tussen 350 en 1.170 liter, afhankelijk van de positie van de neerklapbare 40/20/40 achterbank. In de Paceman spreken we over 330 tot 1.080 liter.
De kleine € 6.100 aan toebehoren besteedde Mini aan verschillende zaken die in deze rubriek thuishoren. Daartoe horen onder meer zwarte lak voor het koetswerk (€ 490), een 'City' pakket (met automatisch dimmende binnen- en buitenspiegels en een parkeerhulp achteraan met visuele weergave - € 675), verduisterde koplampunits (€ 110) en xenonlichten. Laatstgenoemde maakt deel uit van het € 1.765 kostende 'Chili' pakket, dat ook een multifunctioneel stuurwiel, zonnewerend glas (achteraan), fluwelen tapijten, een in de hoogte regelbare passagiersstoel, een extra opbergpakket alsook licht- en regensensoren bevat.
Dat men € 60 vraagt voor een gevarendriehoek en een verbandkist, vinden we een brug te ver. Ook al is Mini niet de enige constructeur die zich daaraan bezondigt. Dakrails, verwarmde buitenspiegels, mistlampen en een alarmsysteem behoren wel tot de standaarduitrusting.