Mede dankzij een snelwerkend start/stop-systeem (op alle versies) en de opslag van remenergie met een condensator eigen aan het merk, dat dient om de boordelektronica van stroom te voorzien, belooft Mazda een gemiddeld verbruik van 4,8l/100km (127g/km CO2) voor de 150pk en 380Nm koppel opbrengende 2.2 in combinatie met de zestrapsautomaat. Tijdens de testperiode stellen we ons tevreden met een liter of 6. De krachtbron is overigens net als de tweeliter benzine gezegend met een ideale compressieverhouding van 14:1 en in geval van de diesel spreken we over de laagste compressie ter wereld. Zelfs zonder behulp van extra katalysatoren wordt er aan de Euro 6-norm voldaan. Wat we uiteraard als goed nieuws bestempelen.
Naar honderd sprinten kan in 9,8 tellen en de topsnelheid bedraagt 204km/u. Aardig, maar lang niet sensationeel. Maar hoewel het verschil met de vlotter accelererende 175pk-variant merkbaar is, houdt de minst krachtige diesel toch stand. Ook tijdens tussensprints. En er is nog meer goed nieuws te melden. Het merk is er namelijk met glans in geslaagd om van de Zes een plezierige en scherp sturende machine te maken. De elektronisch geregelde stuurbekrachtiging is er weliswaar eentje van de nerveuze soort, maar in tegenstelling tot onze collega kunnen we het niet opbrengen om er kritiek op te spuien. Deze Mazda rijdt gewoon heel erg fijn en steekt z'n kwieke inborst niet onder stoelen of banken. Koppel dat aan het schone karakter van de auto - het geslaagde interieur niet te vergeten - en je mag gerust van een te duchten speler in zijn klasse spreken. Al scheert zijn draaicirkel (12m) wel iets te hoge toppen. Menig concurrent doet beter.
De automatische zesbak uit onze testros reageert niet altijd even soepel, of toch wanneer er wordt teruggeschakeld, maar werkt ook weer niet voldoende op de zenuwen om er een heikel punt van te maken. Op papier geldt de manuele bak alvast als de meer doordachte keuze.