Meer dan de hybrideversie is de 1.6 in staat zich naar onze wensen te schikken. Geen vermoeiende CVT, wel een handbak met zes versnellingen die de pols amper belast. De krachtontplooiing verloopt ook veel gelijkmatiger en het normverbruik strookt meer met de realiteit. Toyota houdt het op 5,9l/100km gemiddeld; wij doen er nog geen liter bij.
De viercilinder produceert 132pk (6.400tr/min) alsook 160Nm koppel bij 4.400 toeren en verzekert een ronde 10 seconden spurttijd. Ook is de topsnelheid netjes afgeroomd op 200km/u. Tussensprints vormen geen probleem voor het blok, maar mirakels hoef je van deze burgerauto niet te verwachten.
Op instructies reageert de Auris neutraal en voorspelbaar, maar ook vinnig. De besturing is voldoende taalvaardig, met een natuurlijk lineair aanvoelende bekrachtiging die bovendien over een uitgekiend rustpunt in de rechtuitstand beschikt. De welgekomen snedigheid gaat niet ten koste van het comfort aan boord. De koets weegt ook minder dan voorheen - in dit geval wordt er minder dan 1,2t verplaatst - en is ook stijver, en mede hierdoor hoefde men niet al te veel kunstgrepen toe te passen om de boel recht te houden tijdens het bochtenwerk. Waarbij de Auris dus behoorlijk wendbaar uit de hoek komt.