Van de Auris Hybrid onthouden we vooral het bipolaire karakter van de continu variabele transmissie (CVT), alsook dat enkel een uiterst kalme rijstijl volstaat om de beoogde verbruiks- en emissiewaarden te benaderen. De Japanners hebben er dus baat bij om ook conventioneel aangedreven exemplaren in de lijsten aan te voeren, zoals deze 1.6 benzine die standaard met een manuele zesversnellingsbak wordt geleverd.
Onze testwagen vereist in theorie weliswaar meer passages langs de pomp dan de ongeveer even krachtige 1.8 met elektrokracht, met als gevolg dat zijn uitstootcijfer beduidend hoger ligt. Per kilometer laat hij 138g CO2 ontsnappen, tegenover 91 gram voor de hybride. Maar het asfalt laat zich wel minder onder druk zetten vanwege de afwezigheid van de hulpmotor en de 1.6 kost enkele duizenden euro's minder in aankoop.
De absolute instapper van de familie biedt onderdak aan een 1,33l benzinemotor, ook weer verbonden aan een handgeschakelde zesbak, en is vanaf € 17.300 de uwe. Verder kan je opteren voor één van twee diesels, met 1,4 of 2,0l longinhoud en prijzen vanaf € 18.740 voor de veertienhonderd en € 24.130 voor de rijkelijker uitgeruste tweeliter. Zowel de 1.6 als de 1.4 D-4D kunnen aan een verzetloze transmissie worden gekoppeld.