De Auris stelt een ietwat rommelige voorpartij met gestileerde lichtunits, een groot radiatorrooster en een scherp ingeplante voorruit tentoon. Achteraan wordt het allemaal wat drukker, met ingewikkelde lichtblokken aldaar, ongemakkelijk plooi- en wringwerk in de koetswerkpanelen en een sullige diffuserachtige plaat met chromen omlijsting. Het meest geslaagd oogt de Auris in profiel. Maar warm worden we er niet van.
Toyota heeft een heel aantal uitrustingsniveaus in de aanbieding, maar voor de 1.6 houdt men het op drie verdiepen: Comfort, Style en Lounge. De minst prijzige versie (in het wit) vergt € 21.880 en staat garant voor mistlampen in de snoet, led-dagrijlichten en 16-duims lichtmetaal. Alle andere (metaal)kleuren - dat zijn er vijf - vragen nog eens € 475 extra. Een panoramisch dak staat op de optielijst geschreven en maakt je € 1.680 armer.
Ondanks het feit dat het dak 5,5cm lager ligt dan dat van de vorige editie wordt er geen hoofdruimte opgeofferd. Laden in de koffer kan tot 360 liter - ook voor de hybride die zijn batterijenset tegenwoordig onder de achterbank meedraagt - en dankzij een brede achterklep die maar liefst 9cm bij die van de vorige telt blijkt de toegang voldoende ruim en praktisch voor normaal gebruik. Onder de vloer treffen we ook nog een bijkomend opbergvak voor geheimdoenerij.