Toyota’s nieuwe grote baas Toyoda (ja, met een d) wil bestuurders van nieuwe modellen van het merk op een grotere betrokkenheid trakteren. Niet alleen omwille van het rijplezier, maar ook omdat zulks vertrouwen wekt en het veiligheidsgevoel verbetert. We kunnen alleen concluderen dat het team dat de Auris Touring Sports onder handen nam die memo heeft gemist. Stuur- en pedaalgevoel schittert door afwezigheid en het weggedrag combineert een naar grip hunkerende voortrein met een in het spoor verlijmde achtertrein. Dat is ongeveer zo spannend als grootvader’s sloffen. Je moet hopen op een flinke dosis putten en bulten voor je cardiogram zichzelf tot een vlakke lijn herleidt. Want dat doet de Auris dan weer uitstekend. Het onderstel verteert zelfs stevige drempels met groot gemak en zonder pompende bewegingen en evenmin zonder daarom in de bochten op één oor te gaan hangen.
De prestaties van de hybride, die 136pk en 207Nm door een transmissie met continue variabele overbrengingsverhouding sluist, zijn middelmatig (topsnelheid van 180km/u, een sprinttijd van zo’n 11 seconden), maar volstaan. Te meer omdat de aandrijflijn eigenlijk nooit aanzet tot gaspedaalmarteling. Souplesse en werkingsstilte zijn dan weer wel opvallende punten.
De Hybrid heeft tenslotte nog een financiële troefkaart in de mouw zitten. In Vlaanderen is de fiscaliteit (voor particulieren of bedrijven die hun auto aankopen en niet leasen) ronduit interessant. Met dank aan de erg lage CO2-uitstoot van 85gr/km (1gr meer dan de hatchback) of een verbruiksgemiddelde van 3,8l/100km. Maar ook in onderhoud is een hybride interessant omdat remmen en banden minder slijten en motoronderhoud zo’n 25% lager uitvalt.
Geef commentaar
comments by Disqus