Met z'n lengte van 4,24m is de Trax langer dan de Juke en korter dan de ASX, om er twee andere overzeese concurrenten bij te sleuren. En hij is natuurlijk tot op de millimeter even lang en breed als de Mokka. Daaruit blijkt alvast de sterke overeenkomst tussen die twee producten. En toch heeft Chevrolet de Trax een aparte uitstraling weten te geven. ‘Stoer' is daarbij absoluut het sleutelwoord. Vooral de plooilijnen boven de wielbogen zijn erg prominent.
Zilverkleurige sierlijsten onderaan de bumpers (op de hogere uitrustingsversies) en zwart plastic dat rondom de koets loopt, heeft twee functies. Het camoufleert de erg conventionele bodemvrijheid van het model, terwijl het voor de uitstraling een flinke opsteker is. Tegen slechte wegen is de Trax uiteraard wel bestand, maar met of zonder vierwielaandrijving doet u er best aan elke vorm van terreinambitie op te bergen. Bij dit soort auto's koopt u uitstraling, geen capaciteiten. En in een segment dat van design een hoofddoel maakte, blijft deze Chevy overeind. Dat was ooit anders.