Ook binnenin ziet de BiTurbo er uit als alle eerder geteste Insignia's, en ook hier is dat alweer geen verrassing. Want wat onder de kap gebeurt hoeft in het interieur natuurlijk geen gevolgen te hebben. De binnenkant geeft ons dus nog steeds een uitnodigende indruk, waardoor je met genoegen in de veelvuldig instelbare stoelen schuift. Om je vervolgens te laten omarmen door de erg geslaagde boordplank, die in een lichte boog naadloos lijkt over te gaan in de bekleding van portieren. Een boordplank, waarvan de bovenste helft uit één stuk bestaat en ontdaan is van visuele stoorzenders: Het draagt bij aan het rustgevende gevoel dat heerst aan boord van de Duitser.
Hoewel de totale indruk dus best wel bijdetijds is, verraadt de drukke knoppencluster onder het navigatiescherm de leeftijd van het ontwerp. Die dingen voelen allerminst goedkoop aan en werden voorzien van een erg aangename textuur, maar het zijn er gewoon erg veel en daarbovenop worden de functies vaak nodeloos herhaald: niet alleen op het stuur, maar ook middels een grote draaiknop op de middentunnel, bijgestaan door enkele secundaire knopjes die er rond werden ingepland. Dat doen nieuwe, wél door smartphonetechnologie beïnvloede modellen duidelijk beter.
Iedereen zit ruim en comfortabel, ook achterin. Dat hoort ook zo als je weet dat de wielbasis 2,74m bedraagt. Wie het standaardmeubilair te min vindt, kan uit de optielijst ergonomisch instelbare exemplaren of Recaro sportzetels kiezen. In die lijst zitten overigens nog een hele hoop andere leuke dan wel nuttige zaken, die je evenwel de nodige euro's armer maken als je ze hebben wil. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de standaarduitrusting op zich al behoorlijk compleet is, zeker in deze Sport uitvoering die net onder de Cosmo topversie staat.