Dat Opel vandaag niet bepaald de meest winstgevende tak van de grote GM-groep is, is een huizenhoog understatement. Maar dat GM niettemin nog steeds blijft geloven in groeipotentieel voor haar Duits probleemkind, verrast ons allerminst. Het Amerikaanse moederhuis heeft de laatste vijf jaar namelijk fors in het merk geïnvesteerd en, wat belangrijker is, daarbij de vrijheid gelaten voor enkele toekomstgerichte en duidelijk doordachte keuzes. Zowel wat de vernieuwing van haar bestaande modellengamma betreft als bij het betreden van enkele nieuwere segmenten, stellen we immers vast dat de Bliksem niet alleen op tijd op het appel verschijnt, maar dat ook telkens doet met een wakkere blik en een fris geschoren kaak.
Van de elektrische Ampera over de kleine Mokka suv tot hatchbackbommetjes zoals de Astra OPC: een gebrek aan diversiviteit kan je Opel niet aanwrijven. Het is tevens één van de weinige constructeurs die begrepen heeft dat een stadswagen best trendy en hip mag zijn. En dat een dergelijke lilliputter dus niet verplicht het uitzicht en comfort hoeft te delen met een kartonnen doos. Succesverhalen zoals de Mini of Fiat 500 hebben al eerder aangetoond dat mensen die om wat voor reden dan ook kiezen voor een compacte wagen, zich evengoed durven te laten gaan in het heerlijk eindeloze aanbod accessoires, opsmukmogelijkheden en tirlantijntjes.
De cijfers zijn er dan ook naar: Sinds 2000 is de verkoop van stijlvolle auto's in het A-segment (ongeveer 3,70m lang) gestegen met zo'n 30%. Opel wil daar een stukje van, en hoopt met de in Duitsland gebouwde Adam zo'n 80% particulieren en 20% zakelijke klanten naar zich toe te trekken. Het mikt daarbij in de eerste plaats op ... Italië, thuisbasis van de lijsttrekker in het genre, de Fiat 500. De Duitsers gaan er van uit dat het cliënteel gecharmeerd zal worden door het originele, nadrukkelijk niét retro-geïnspireerde ontwerp. Of wij daar ook zo over denken? Lees gerust voort, en ontdek het antwoord.