Elk jaar een nieuwe McLaren sportwagen. Dat is wat de Britten ons beloofden bij de brandend ambitieuze voorstelling van de (voornamelijk) uit de Formule 1 gekende naam als volwaardige sportwagenbouwer. En voorlopig wordt woord gehouden. Tijdens drie opeenvolgende jaren mochten we kennis maken met de 12C, de 12C Spider waar we dadelijk uitgebreider op in gaan, en de P1 die zichzelf het label van een echte exoot mag opkleven. Wat we volgend jaar mogen afstippen is nog niet duidelijk, al zetten wij ons geld in op een afgeleide van de P1, terwijl 2015 het jaar wordt dat de P13 wordt geïntroduceerd. Aan geruchten daarover geen gebrek (die er allen op wijzen dat die auto zich in Porsche 911-territorium zal begeven), maar concrete informatie is er niet.
De in 2004 gebouwde productiecapaciteit van McLaren heeft een capaciteit van 4.500 voertuigen per jaar. In 2012 werden er al 1.400 stuks gebouwd, waarvan meer dan een derde bestemd was voor de Europese markt. Gesloten 12C, want de Spider die we hier aan de teugels houden werd pas officieel geïntroduceerd in november. Dit jaar zal dat model de aantallen echter al wat dichter bij het einddoel jagen.
De basisprijs van de 12C is sinds de introductie al aangezwollen tot € 212.200. Van de Spider is logisch dat die een extra inspanning vergt. Het model is er vanaf € 235.500. De optielijst is uitgebreid en -vanzelfsprekend- prijzig. Zo betaal je per carbon fiber onderdeel minstens € 2.660. En de testwagen heeft er zo al vijf. Dat exotische materiaal ook in het interieur laten inwerken kost € 3.720. De sportuitlaat doet er nog eens € 5.600 bij, en zo gaat het nog wel even door. In dit segment is de prijs minder belangrijk dan de aankledingsopties, en McLaren maakt zich sterk dat het de klant erg graag tegemoet komt, zolang het maar smaakvol blijft.