Natuurlijk erft de Spider de organische vormgeving van z'n gesloten broer. Met het dak in gesloten toestand, moet je zelfs al behoorlijk speuren om het verschil te zien, al verraden de naden van het in twee delen plooiende vaste dak natuurlijk de aanwezigheid van een vouwconstructie. Een erg snelle zelfs, want 17 tellen volstaan voor de transformatie, die je stilstaand of aan kruipsnelheid (30km/u of minder) kan doorvoeren. Als de hemelsluizen geblokkeerd zitten in de ‘open'-positie, zoals tijdens onze test, kan je de kleine verticale achterruit toch nog open zetten. Het beetje water dat binnen komt, blijft achter je, wat van de decibels die de geblazen V8 opwekt, niet gezegd kan worden. De achtervleugel kent verschillende instellingen, waaronder één die maximale neerwaartse druk voorziet, en één waarbij de eenheid functioneert als luchtrem.
Ook de open variant behoudt de vlinderdeuren, die een uiteraard een echte blikvanger zijn, maar die je evenmin als echt onpraktisch kan bestempelen. Tenminste, eens je in de gaten hebt hoe ze open gaan.
In de koffer vooraan past nog steeds 144 liter bagage. Dat is ook zo bij de Coupé. Maar McLaren voorziet ook de mogelijkheid om de opbergruimte voor het dak te benutten. Daarin past nog eens 52 liter die z'n gesloten broer moet ontberen. Dat je die natuurlijk niet kan volproppen en dan nog eens het dak onder de gordellijn verstoppen, is een evidentie, maar als het erop aankomt wat extra weekendbagage op de bestemming te krijgen, dan helpt het wel.