We zegden het al herhaaldelijk bij onze testen van de zevende Golf-generatie: op het interieur kan je weinig aanmerken. En we besluiten ook hier meteen dat het zitmeubilair voorzien is van extra zijdelingse steun, maar erg weinig (lees: geen) concessies vergt op vlak van comfort. En ook achterin wordt je door de sportzetels nauwelijks van knie- en beenruimte beroofd. Aan de cijfers van het goede rapport wordt dus niet geraakt. Dat geeft ons de mogelijkheid om de verschillen uit te lichten.
Voor nostalgici onder ons is de geruite stof op de voorzetels zo charmant dat bijbetalen voor een lederen aankleding niet in ons zou opkomen. Het kleine stuurwiel en de versnellingspookmof zijn overigens wel in dat materiaal uitgevoerd. De pookknop van de manuele versie is net al bij het vier decennia geleden gelanceerde exemplaar gemodelleerd naar een golfballetje, maar de DSG-automaat waar onze tester mee was uitgerust, brengt onvermijdelijk een meer conventioneel gelijnde pookknop met zich mee. De kleurexplosie die veel van z'n concurrenten zich permitteren, gaat aan de GTI voorbij. Dat is al bij voorbaat goed nieuws voor de houdbaarheid van het product.