1976 moet een jaar zijn waarbij heel wat autoliefhebbers het warm krijgen. Toen lanceerde Volkswagen immers de eerste Golf GTI. Een bommetje met een 1.6l benzinemotor met 110pk. Nu, bijna veertig jaar later, staat de zevende generatie van het fenomeen in de coulissen te trappelen om het voetlicht in te treden. Met 220 en optioneel zelfs 230pk. En terwijl de missie van weleer - prestaties en onvervalst rijplezier - duidelijk was, hinkt de constructeur nu op twee benen. Want de Golf GTI moet ‘toegankelijk' zijn. Iets wat overigens ook bij de andere constructeurs van snelle gezinswagens wordt gepredikt. En net zoals z'n competitie beweert ook VW dat zulks niet ten nadele gaat van het rijplezier.
We trokken alvast op onderzoek uit, maar voor we ons aan het oordeel wagen, moeten we de kwestie van prijs even aanspreken. Die is voor de Belgische markt nog niet gekend, al verwachten we hooguit enkele procenten verschil met de voorganger. De prijs eindigt ook hier wat ten Noorden van die in Duitsland (waar € 28.350 en € 29.475 voor respectievelijk de GTI en GTI Performance gehanteerd worden), omdat het model in onze contreien wat beter in de uitrusting zit. Bij sportwagens is het spijtig genoeg al langer ‘bon ton' om de consument dieper in de buidel te laten tasten voor een kracht- en technologiepakket dat de drang om meer virtuele paarden en technologie stilt, maar ook de honger van de constructeur naar extra euro's winstmarge bevredigt. De GTI heeft nu ook zo'n krachtpakket dat net zo veel trekkracht combineert met 10 extra pk's, geventileerde remmen rondom en een elektronisch gestuurd mechanisch differentieel tussen de aangedreven voorwielen. De variant met 220pk moet het stellen met een elektronische oplossing die de remmen bedient.