Goed uitgevoerd is een sportwagen natuurlijk een eerder emotioneel goed. Maar laat ons even op de tanden bijten en eerst wat droge feiten aan de haak hangen. Afmetingen bijvoorbeeld. Die onthullen bijvoorbeeld al een breedte van 1,88m (zonder buitenspiegels) bij een lengte van 4,47m en een hoogte die net geen 1,31m aantikt. Of de kofferinhoud. Die overigens nooit meer dan 200,5 liter bedraagt en in combinatie met een plaatsbesparend reserverwiel dat in de volksmond gekend staat als een ‘thuiskomertje' is het zelfs maar 148l. Klein en ondiep dus - en dat beperkt helaas wat de reiscapaciteiten van het model. Gelukkig maak het niet uit of het dak dicht, dan wel open ligt.
De dakconstructie is eenvoudig. Het voorste deel van het canvas dak doet meteen dienst als dakafdekking, terwijl de plaats die het vouwmechanisme in beslag neemt erg netjes wordt afgedekt door twee elektrisch bediende kleppen. Een tiental tellen volstaat voor de transformatie en het kan al rijdend tot een snelheid van 50km/u.
De vormgeving is een huzarenstukje dat door het team van designdirecteur Adrian Hallmark tot een goed einde werd gebracht. Het is immers geen eenvoudige klus om enerzijds respect op te brengen voor de rijke historie van het bedrijf en anderzijds niet te verzanden in een retro-lijnenspel. Zo heeft de F-Type wel een uitgesproken traditioneel wigvormig profiel, maar verwijst hij hooguit erg subtiel naar de geschiedenis. Tegelijk weerstond Jaguar de drang om druk en overwerkt uit de hoek te komen. Integendeel - er werd juist ingezet op een zuivere lijn. Getuige de ingewerkte deurhendels of de keuze voor een uitklapbare koffervleugel (die op topsnelheid de koetswerklift met 120kg beperkt). Hier staat een toekomstige klassieker - daar kan u van op aan.