Omdat de OPC bovenal een Astra blijft, neemt de sportiefste van de bende zowel de ergonomie als het plaatsaanbod van de doordeweekse variant grotendeels over. Positief bijvoorbeeld is de mooie kofferinhoud: 380l tot 1.165l met neergeklapte achterbank, dat is puik voor een wagen die het liefst van al op het circuit vertoeft. Ook de achterbank kan er zeker mee door, al moet je daar wel eerst geraken. De ergonomische, heerlijk steunende sportstoelen met verschillende instelbare luchtkussens die Opel speciaal voor deze OPC ontwikkelde en een behoorlijk indrukwekkend staaltje engineering ten toon spreiden, rekenen er blijkbaar op dat je niet al te vaak passagiers mee zal nemen. Want naar voor klappen en terug in de juiste instelling terecht komen gaat niet altijd even vlot.
Het is niet de enige concessie die OPC diende te maken ten opzichte van het gebruiksgemak van de standaard Astra. Zo kan je weliswaar een goede - lees actieve - zithouding vinden dankzij het ruim bemeten verstelbereik van stuur en stoel, maar wij sloegen er niet in een prettige stuurhoogte te vinden zonder een deel van de tellerpartij aan het zicht te onttrekken. Dat komt er van als je in de naam van de sportiviteit het stuurwiel 10mm doet krimpen. Een ander jammerlijk detail is de handrem: duw je die iets te enthousiast in, dan plet je je wijsvinger tussen de hendel en het onzacht plastiek eronder. In ruil voor € 200 krijg je overigens een elektrisch exemplaar, maar dat vinden we maar een halfslachtig alternatief ...
De dikke A- en C-stijlen belemmeren vaak het zicht rondom en als we dan toch aan het klagen zijn, halen we in één beweging de weinig overtuigende interieurdecoratie aan. De knappe, sportief gesneden stoelen en de lederen stoffering met agressief blauw stiksel (in een optiepakket van € 2.500) vloeken duidelijk met de eerder conservatieve boordplank annex bedieninginstrumenten die van de reguliere Astra werden behouden. Je hebt het wellicht al door: Gelet op de moeite die Opel zich getroostte wat betreft het herwerken van het koetswerk, onderstel en aandrijflijn, blijven we binnenin wat op onze honger zitten. Gelukkig waren de Duitsers niet (te) gierig toen de standaarduitrusting werd bepaald.