Van hoog boven het wegdek kijken we uit op een nog steeds origineel aandoende boordplank met de typerende snelheidsmeter in het midden. Opnieuw moeten we ons tevreden stellen met de gedachte dat je de snelheid ook digitaal (achter het stuurwiel) kan aflezen, want op de centrale klok, waar ook de navigatie huishoudt, raak je al snel het noorden kwijt. Dit stijlelement is ook nadelig voor de ergonomie in de middenconsole. Nu staan de belangrijkste knopjes te laag opgesteld.
Inzake materiaalgebruik heeft Mini nog een aantal lessen te trekken van pleegouder BMW. Maar eerlijk is eerlijk, voor de één of andere reden is het aangenaam vertoeven in deze Mini. Z'n uit de Countryman overgehevelde interieur bevat de nieuwe deurpanelen, een licht bijgewerkte middenconsole en andere bedieningselementen voor de elektrische raambediening. Maar die Countryman scoort wel betere punten wat het ruimtelijke aspect betreft. Achteraan is er minder plaats voor hoofd en benen en kunnen er ook maar twee personen plaatsnemen. Die beschikken elk over een apart zitje, van elkaar gescheiden door een rail om ook allerhande spullen in rond te laten slingeren. Achteraan instappen is trouwens lang niet voor iedereen een makkie. In de koffer past 330l tot 1.080l met de stoelen neer. Ter vergelijking: een Countryman slikt 350 tot 1.170l en is praktischer gevormd.
Tot de Works-uitrusting behoren pianozwarte inlegstukken, een sportstuur, donkere wijzerplaten, een antracietkleurige hemelbekleding en andere vloermatten, zonder dat er op een rode stiknaad meer of minder is gekeken. De lederen rood-zwarte sportstoelen komen recht van de optielijst en om ze te verstellen is, net als anders, enige behendigheid vereist. Bovendien missen we nog steeds die broodnodige zijdelingse steun bij stevig stuurwerk.