Na de Paceman Cooper S vorig jaar nemen we deze keer de meest gespierde editie mee op sleeptouw. Met een John Cooper Works-logo op de achterklep en voor de gelegenheid uitgerust met een zestrapsautomaat in plaats van een handbak met evenveel versnellingen. Tot z'n basispakket behoren onder meer vierwielaandrijving, een verlaagd sportonderstel met stuggere veren en dempers en de nodige uiterlijke opsmuk om z'n identiteit kenbaar te maken.
Deze zelf ontdekken van achter het stuurwiel gaat natuurlijk ook, door met de vorig jaar vernieuwde 1,6l turbo benzinemotor eens goed van leer te trekken. De krachtbron kennen we uit de Cooper S maar heeft in vergelijking 20Nm en 34pk extra in stal. Het stelt de JCW in staat het verplichte sprintnummer in 6,9 seconden af te werken en de naald voorbij 220km/u te brengen. Op papier komen we rond met 7,9l/100km brandstof en 184g/km CO2.
Dat de meer op prestaties gerichte opstelling een meerwaarde biedt, staat volledig buiten kijf. Wie de Paceman an sich een fijn rijdende auto vindt, komt met deze JCW-editie dan ook zeker aan z'n trekken. Hou er wel rekening mee dat deze Mini niet erg mini meer aanvoelt en met bijna 1,5t op de weegschaal al lang niet meer tot de categorie der lichtgewichten behoort. Het is een nerveus baasje waarvan de kunstmatig aandoende besturing jammer genoeg een domper op de vreugde brengt.
Concurrentie voor bekende gepeperde C-segmenters zien we er niet in, maar buitenbeentjes als de (beduidend goedkopere) Nissan Juke Nismo mogen oppassen voor deze naar Duitsland geëmigreerde Brit. Al zouden we zelf toch eerder voor een Countryman JCW opteren. Die is niet alleen technisch gelijk aan de Paceman, maar ook een pak praktischer voor mens en bagage.
De Paceman John Cooper Works staat in je garage vanaf € 37.900 en valt te bewonderen in de fotospecial.