Voor het ontwerp van de boordplank heeft de Civic model gestaan, zoveel is duidelijk, maar de cabine van onze testwagen is wel een pak krapper en vooral lager dan die van zijn grote broer. Dat merk je nadat je in de op de vloer gemonteerde sportstoel hebt plaatsgenomen. Van daaruit kijk je uit over een verzonken instrumentenpaneel met een hoog 3D-gehalte en een centrale teller die naargelang de rijstijl van kleur verandert.
Groen betekent rustig slenteren in de Eco-modus, waarbij ook de airco op een lager pitje wordt gezet en het gaspedaal slechts een matige reactie uitlokt. Blauw geeft blijk van minder zuinigheid. En dan kan de boel ook rood oplichten. Dat gebeurt na het indrukken van de sportknop. De CR-Z gaat dan gretiger op het gas, met meer geboden weerstand voor de stuurbekrachtiging.
Sinds dit jaar wordt de sportieve setting bijgestaan door een knopje rechts aan het stuur, met het opschrift S+. Eens ingedrukt krijgt de CR-Z een tiental seconden een duw in de rug tijdens het accelereren. Ook nieuw zijn de rode stijldetails voor de boordplank, het stuur en de versnellingspook, alsook de bekleding van de portieren die we helemaal OK vinden. De miniscule achterbank doet enkel dienst als bagagerek.
De algemene bouwkwaliteit is naar behoren, al getuigen de gebruikte materialen van weinig fantasie. Op het leuke stofje voor de deurbekleding na voert donkere kunststof het bovenwoord. Panelen zijn bovendien niet helemaal krasbestendig. Gelukkig weet Honda ons te paaien met een volledige uitrusting (cruise control, zetelverwarming, audiobediening op het stuur, AUX, USB, bluetooth...) en handigheidjes zoals een gekoeld handschoenkastje. Ideaal voor de zomermaanden.