Hoewel ontwerpers heel wat meer vrijheid hebben bij de vormgeving van een elektrische auto, heeft Renault hier toch gekozen voor een erg traditioneel design. Kwestie van de massa niet al te veel af te schrikken. Dat is in het totaal 4,08m lang, 1,73m breed en 1,56m hoog. Hij is daarmee een tikkeltje breder dan gemiddeld, maar schikt zich probleemloos in het segment van de Clio, om maar even in hetzelfde huis te blijven.
Dat de aandrijflijn elektrisch is, merk je vooral aan de afwezigheid van traditionele koelopeningen, op een sleuf onderaan de voorbumper na. Die heeft overigens geen enkele functie. En aan de fascinatie met de tint blauw, die onder meer wordt toegepast in de achterlichten, de tint van de autoruiten en het grote logo waaronder de stekkeraansluiting zit. Dat is dan weer alles behalve origineel, want elke constructeur met elektrische auto's heeft een fascinatie met die kleur ontwikkeld.
Met batterijen die voor de achteras onder de wagenvloer liggen, blijft de impact op de laadcapaciteit beperkt. De koffer lust een erg bruikbare 338l (38l meer dan in de Clio) en dankzij een neerklapbare achterbank kan je tot 1.225l laden, al kreeg Renault een vlakke laadvloer in dat geval niet voor elkaar.