Vierwielaandrijving is een hoe langer hoe minder vanzelfsprekende optie op nochtans niet van stoerheid gespeende suv's, breaks met een buitenmissie en meer dergelijke modeverschijnselen die het 'willen' voor het 'kunnen' zetten. Daar zijn een hoop volstrekt rationele, goede redenen voor; argumenten die evengoed niet kunnen verklaren waarom er steeds vaker doodnormale personenwagens met vier keer vier besteld kunnen worden. Net omdat flink wat kopers graten zien in de toegenomen veiligheid die een integrale aandrijving kan bieden, bouwt BMW, net als de andere premiummerken trouwens, zijn xdrive systeem op vraag van de klant in haast elke wagen uit zijn portefeuille in. En nu dus ook in de 1.
Van de BMW 1 hebben we al eerder een grondig oordeel gevormd. Zowel langs binnen als langs buiten moet je de tijd nemen om het geheel te leren appreciëren; maar dat de kleinste Beier over een flinke portie eigenzinnigheid beschikt, zoals uit onze fotospecial duidelijk blijkt, moet je hem alleszins toeschrijven. Zowel de bestuurder als de passagiers zitten voldoende ruim en alle comfort kan worden ingebouwd, maar de optielijst is lang en telt zwaar door als je je even hebt laten gaan. BMW legt hetzelfde accent in de bestuurderspositie als in het onderstel: de prioriteit ligt duidelijk op een rijhouding en -beleving, die, het moet gezegd, deze van de concurrentie moeiteloos overklast.
Een BMW 120d wordt een xDrive als je € 1.700 toevoegt aan het € 28.100 bedragende prijskaartje van de achterwielaandrijver. Zodoende worden de 184 beschikbare paarden verdeeld over de vier wielen, en ondanks de extra aangedreven as blijft het normverbruik aardig binnen de perken. De 1 komt rond met 4,7l/100km en stoot daarbij een niet buitensporige 123g CO2 per km uit, maar het lukt je alleen om daar in de buurt van te blijven als je de Eco Pro-stand geactiveerd houdt en de honderdspurt van 7,2s laat voor wat hij is. In combinatie met een hele resem elektronische beschermengelen maakt xDrive van de 120d een bijzonder veilige wagen, waarbij je al erg veel moeite moet doen om het onderstel alsnog in de fout te dwingen. En daarmee zijn we aangekomen bij de kern van de zaak: de nooit echt volledig uitschakelbare stabiliteitscontrole behoedt je voor de leuke capriolen waartoe de vierwielaandrijving je in staat zou moeten stellen, waardoor de meerwaarde zich beperkt tot een verhoogde veiligheid. En dat vinden we toch wel een gemiste kans.