Laat ons meteen de cijfertjes achter de kiezen steken, want in tegenstelling tot wat de ingenieurs van Renault denken steekt het zelfs in dit segment niet op een tiende meer of minder, maar gaat het vooral om de impulsen die je zenuwuiteinden bestoken. De 1.6l turbocentrale wekt 200pk en 240Nm op en verbruikt elke 100km 6,3l/100km (in tegenstelling tot de eerder deze week geteste diesel moet je er hier niet op hopen dat cijfer in de praktijk te benaderen), haalt een top van 230km/u en sprint naar de 100 in 6,7 seconden. Dat laatste is voortaan in handen van een lanceerprogramma dat je moet inschakelen. Als bestuurder heb je dus niet zo veel in de pap te brokken, en het leuke is dan ook af na een keer of drie.
Rijden doet de RS relatief gebalanceerd, al is de lijn tussen onder- en overstuur wel erg fijn en staat meer progressiviteit op onze verlanglijst. En het staat daar niet alleen. In tegenstelling tot z'n conventioneel bekrachtigde voorgangers schittert stuurgevoel nu door afwezigheid en missen we het hoogtoerige karakter van de atmosferische tweeliter die net voor de toerenteller het rood indook nog wat extra paarden wist te ronselen. En de ook voor de stevige pook die met de hand door het schakelrooster te leiden was, branden we een kaars. Natuurlijk is hernemen een stuk makkelijker met turbolading en gaat schakelen nu zowel bliksemsnel als gevoelloos.
Bij dat alles rijst de vraag of dat argumenten zijn die spelen bij de aankoop van een auto die je bezwaarlijk als rationeel kan beschouwen. En natuurlijk zorgt een uitbreiding van het ESP-systeem er ook hier voor dat onderstuur wordt afgezwakt door de remschijven aan de binnenkant van de bocht te verslijten. Ook Renault probeert dat goedkope trucje te verkopen als een elektronisch substituut voor een mechanisch sperdifferentieel, maar ook dat doet het gevoel weinig deugd. Het briljante van de RS schemert wel door in de demping. Stug, maar nooit echt oncomfortabel, dankzij een geavanceerde demper. Sterker nog - de RS is vriendelijker voor rug en zitvlak dan een gewone Clio.
Met z'n slimme elektronische rijhulpjes, afgezwakte feedback, aangelengde sensaties en hoger gizmo-gehalte nestelt de Clio RS zich voortaan netjes tussen z'n concurrenten en dwingt hij geen duidelijk onderscheid op. Puristen kunnen in de rouw... de Clio RS is nu voor iedereen.