Omdat we dit onderdeel eigenlijk met een positieve noot willen eindigen, zijn we genoodzaakt ons eerst door opsmuk en uitrusting van de RS te worstelen. Daartoe horen voortaan immers zaken als een systeem dat motorgeluid door de luidsprekers stuurt of een gadget dat een hoop telemetrie op een USB-stick opslaat en achteraf op je PC te bekijken valt. Zaken die allemaal best aardig zijn als ze niet dienen om de aandacht af te leiden van de kern van de zaak - het weggedrag.
In de Clio RS kreeg je steevast het gevoel in een fitnesszaal terecht te zijn gekomen. De vorige incarnatie had dan wel een te horizontaal opgesteld stuurwiel, maar ook fikse kuipjes en een specifieke aankleding die eerder functioneel van inslag was en voor de kleurrijke toets doorspekt was van blauwe accenten. Tegenwoordig is de accenttint oranje. Je vind het tegen de even onaangenaam aanvoelende kunststoffen als de meer dociele versies, om de selectiehendel van de automaat en op het stuurwiel (dat in tegenstelling tot de gewone Clio wel voldoende leder om de velg kreeg). De sierstiksels en de gordels zijn eigenaardig genoeg dan weer rood en dat vloekt.
Het zitmeubilair zit uitstekend maar het is minder uitgesproken sportief als voorheen. De zijdelingse steun heeft daar wat onder te lijden, maar we zijn nu wel van het te horizontale stuurwiel verlost. Een driedeurs is de Clio RS niet langer, maar door de weggestopte portiergrepen achteraan heeft dat niet zo veel weerslag op de vormgeving, terwijl je natuurlijk wel profiteert van een goed toegankelijke achterbank. De Clio uit de fabriek in het Noord Franse Dieppe is er praktischer door dan voorheen.