Elk jaar kiezen zo'n 30.000 Europeanen voor een ‘hot hatch'. Een compacte of middelgrote gezinswagen die de sensaties van een sportwagen biedt. En er is nogal wat keuze in modellen die GTI, R, ST, OPC, Cooper S, Cupra of R in de naam dragen. Allemaal wagens die elkaar te lijf gingen met telkens meer elektronische gadgets en waar bij elke generatiewissel de sensaties werden aangelengd met een flinke schep marketingsaus. De Clio RS moest daar niets van hebben en bleef al die tijd het pure baken die boven de massa uitstak. Maar ditmaal is de € 24.950 kostende Clio gestript van z'n brede koetswerk, z'n handbediende versnellingsbak en z'n atmosferische tweeliter benzinemotor.
Op papier doen de versnellingsbak met dubbele koppeling, het elektronische differentieel en de automaat met dubbele koppeling het uitstekend. 6,3l/100km verbruik, een sprinttijd van 6,7 tellen en een top van 230km/u zijn allemaal puik. Maar het stuurgevoel, de hoogtoerige motor en de ongecompliceerde ‘pure' insteek van de vorige generaties laten een leemte na die deze nieuwe telg met z'n elektronische prulletjes niet gevuld krijgt. De sensaties, het stuurgevoel, de briljante progressiviteit in het weggedrag, zijn samen met het badwater weggegooid. En wat zilvergrijze koetswerkonderdelen en oranje sierlijsten zijn dan maar magere troost. Kortweg - de Clio RS is afgezakt naar het niveau van de concurrenten waar hij vroeger boven uittorende. Meer toegankelijk, makkelijker verteerbaar, en met minder karakter. Wie toevallig een RS van de vorige generatie in de garage heeft staan, koestert hem beter.