Net zoals zowat alle merken tegenwoordig recycleert BMW zijn interieurs doorheen het hele gamma. Wat op zich geen probleem hoeft te zijn, want als individuele bestuurder maak je natuurlijk niet constant de vergelijking met de broers en zussen van de vloot. Wij doen dat echter wel, en dan valt ons op dat de boel er zonder toegevoegde franjes niet bepaald vrolijk dan wel gezellig uitziet. Alweer is esthetiek doorgaans geen prioriteit als je het concept van een instapper letterlijk neemt, maar het leert ons anderzijds wel dat de concurrentie inzake ogenschijnlijke bouwkwaliteit, raffinement en ergonomie niet bepaald achterop holt.
Denk het optionele Comfort pakket (met onder meer een centrale armsteun vooraan, parkeersensoren achteraan, snelheidsregelaar en een regen- en lichtsensor) aan € 1.550 en het Connectivity pakket (navigatiesysteem en handenvrij bellen met usb aansluiting) aan € 1.400 weg en je begrijpt meteen dat de basisuitrusting zonder meer karig mag genoemd worden. Een (manuele) klimaatregeling en zowaar een elektrisch bediende kofferklep zijn wel standaard, maar daar houdt het zo een beetje bij op.
In de positieve zin wordt dit gebrek aan luxe gelukkig overschaduwd door de uitmuntende bestuurderspositie. Dit is en blijft voor de Duitsers een terechte prioriteit en dat voel je. Van de ruime voetsteun over het prima verstelbare en prettig in de hand liggende stuurwiel tot de uitgekiende verhoudingen in de afstanden tussen bestuurder, versnellingspook en pedalen: alles laat zich in een oogwenk optimaal instellen. Ook de andere inzittenden kunnen we geruststellen, want dankzij de extra beenruimte achteraan komt BMW tegemoet aan de grieven van klanten die in de vorige generatie het aldaar net ietsje te knus vonden.