De B-Max deelt zijn onderstel met de Fiesta en dat is een goede zaak. Maar hij kent wel een hoger zwaartepunt dan zijn donorauto, waardoor de kans op overhellen groter wordt. Gelukkig is Ford meester in het op punt stellen van de beschikbare toepassingen zoals de eenvoudige achterophanging en slaagt de auto erin overtuigd de bochten in te duiken.
Je kan hem zelfs bijna als een speelvogel omschrijven, op voorwaarde dat de voorwielen niet te veel onder druk worden gezet. Lager op de snelheidsladder boet hij in aan comfort, eenmaal op dreef blinkt de B-Max uit inzake rechtuitstabiliteit.
Onze testauto kon niet aan een elektronische stuurbekrachtiging ontsnappen. Deze energiebesparende trend is doorgaans een aanslag op een stuurgevoel en maakt zelfs de huidige Porsche 911 een beetje minder interessant dan zijn voorganger. Ook hier zou een beetje meer voeling niet misstaan, maar zoals we van Ford gewoon zijn stuurt ook deze B-Max precies en direct.
Onder de kap huist een 1.6 TDCi dieselmotor, gekoppeld aan een prima schakelende vijfversnellingsbak. De centrale heeft 95 trappelende paarden en 215Nm koppel in petto, maar houdt het in de B-Max graag rustig en heeft minstens 13,9 seconden om de eenvolumer naar 100km/u te stuwen. Dat is niet erg snel. 50 naar 100 neemt zelfs nog 3 tienden langer in beslag en de topsnelheid ligt niet hoger dan 173km/u. Maar daar tegenover staan wel een respectabele dorst en een CO2-uitstoot van 104g/km. De verbruiksopgave heeft het over 4l/100km in gemengde cyclus, al kwamen wij uit op 5 liter gemiddeld. Zonder gek te doen weliswaar.