Alle reeksen van de Mercedes E-Klasse zijn herzien. Er zijn gevoelige aanpassingen op vlak van veiligheidstechnologie, aandrijflijnen en vormgeving. Voor de paddenstoelsnuivende overijverige marketingboys van de Duitse constructeur is dat voldoende reden om het over een nieuwe generatie te hebben, maar gezien de structuur gewoon identiek is aan die van de jongste editie, houden wij het uiteraard op een facelift.
Aan keuzemogelijkheden heb je alvast geen gebrek. Het gamma omvat liefst 20 verschillende motorversies. Met en zonder vierwielaandrijving, met een manuele zesbak of een automaat met zeven verhoudingen. Net niet de helft daarvan zijn diesels, met een vermogen dat gaat van 136 (E 200 CDI) tot 252pk (E 350 CDI). En een dieselhybride er tussenin. Zoals meestal het geval is, hebben de labels weinig of geen uitstaans met de cilinderinhoud, die minimaal 2,2l en maximaal drie liter bedraagt. De prijsvork gaat hier van € 39.688 tot € 58.564. Prijzen die steevast wat hoger liggen dan bij de twee andere Duitse concurrenten, al is dat niet Mercedes' grootste probleem. Het is vooral de vermogensgeile dieselrijder die in Stuttgart op z'n honger blijft zitten. Los van de kwaliteiten van deze oliestokers - en die zijn er zeker - zijn we verplicht om aan te stippen dat Mercedes daar kansen laat liggen.
Bij de benzines telt het aantal versies 11 stuks met prijzen van € 41.382 tot € 126.929. Het minimale vermogen bedraagt er 184pk terwijl de topper hier naar huis gaat met 585pk en zowel een AMG als een S-logo op de kofferklep. Alleen al in het AMG-aanbod valt zowel de komst van een vierwielaandrijver te vieren als van bovenstaande S-Editie. Die is 28pk sterker dan de gewone AMG maar kost wel € 11.000 extra (in vergelijking met de 4MatIc, gezien de AMG S ook daarover beschikt).