Het Blauwe Ovaal verscheen op een SUV met Europese ambities in 2008. Niet eens vijf jaar geleden dus, bij de introductie van de eerste Kuga. Een model dat overigens stevig in de smaak viel en waar tijdens z'n nochtans korte carrière meer dan 300.000 eenheden van werden verkocht. Dat we nu dan toch al een opvolger te verwerken krijgen, heeft te maken met veranderde tijden. In plaats van regionale producten te maken, trekt Ford tegenwoordig de kaart van de wereldauto's. Eén enkel model moet op zo veel mogelijk markten de kleuren van het merk verdedigen. We hebben nu al een mondiale Focus, die daardoor wat drukker is van design en wat wolliger is van onderstel als z'n voorganger. En deze Kuga is wat de Amerikanen kennen als Escape.
Ford heeft in de gaten dat je niet overal ter wereld dezelfde motoren door de strot van de consument kan rammen. Daarom is de tweeliter diesel die bij ons het gros van de verkopen zal uitmaken, niet in de VS te koop. Die bestaat overigens in twee vermogensversies. Een instapper met 136pk die vanaf € 26.950 in de catalogus staat (met voorwielaandrijving). Vanaf € 29.950 is de 163pk editie te koop - steeds voorzien van vier aangedreven wielen.
Wie zich op benzine van a naar b wil verplaatsen heeft geen andere keuze dan een 1.6l turbomotor. Die is er al vanaf € 24.950 in een light-editie die 150pk opwekt, over een start/stop-systeem beschikt en zich aan de voorwielen door het verkeer sleept. Hetzelfde blok kost (meteen in combinatie met vierwielaandrijving) € 29.700 wanneer het 180pk opwekt.
Een vergelijkbaar gemotoriseerde Kuga van de nieuwe generatie is op basis van bovenstaande tarieven zo'n € 1.200 goedkoper dan z'n voorganger. Dat kunnen we alleen toejuichen.