Voor we over het dak beginnen hebben we het eerst even over de andere verschillen tussen de DS3 en de Cabrio. Of liever: verschil. Er is er immers maar één. De DS3 Cabrio beschikt over nieuwe achterlichten met een 3D hologram-effect. Blokjes waarin een lichtring in de diepte wordt herhaald alsof het om een eindeloze tunnel gaat (het is -uiteraard- een spiegeleffect). Overigens moet je in de toekomst niet speciaal voor de cabrio kiezen als je ze wil. Deze nieuweling bijt de spits af, maar binnenkort zitten ze ook op de gewone DS3.
De dakconstructie dan: wel, die heeft net als bij de in de inleiding aangehaalde Fiat 500 Cabrio, een stoffen dakhemel die de lengte en breedte van het passagierscompartiment bestrijkt maar de dakbogen ongemoeid laat. Het dak opent en sluit in 16 seconden tot snelheden van 120km/u. Uiteraard kan je zelf kiezen hoe ver je het openlegt, maar er zijn in feite twee relevante posities. De eerste geeft je een open hemel van de voorruit tot de achterruit. In een tweede stand gaat ook de achterruit onderuit. Een kunstje dat nogal wat repercussies heeft. Aan de positieve zijde van de balans heb je het feit dat het cabriogevoel zich wat meer manifesteert. Op de keerzijde van de balans staat echter heel wat. De neerklappende achterruit is een stuk duurder om te ontwikkelen en te bouwen, de achterruit krimpt er een beetje door, het dak moet het weer met minder verstevigingsbalken stellen, je zicht achteruit wordt er volledig door verhinderd én -last but not least- het verhindert de plaatsing van een min of meer normale kofferklep. We vinden dat dus niet de meest rationele beslissing.
Citroën biedt de keuze uit drie dakstoffen. Een conventionele zwarte kap, een blauwe kap die afhankelijk van de lichtinval wat meer naar paars neigt, en een exemplaar waarin een ds-patroon is ingewerkt.