7,8 seconden. Zoveel tijd heeft deze bijna 1,3t wegende speelvogel nodig om 100km/u te bereiken. Dat is amper sneller dan de topper zonder Nismo-badge en het sprintcijfer volstaat dus niet om bij de buren mee uit te pakken. Toch heeft het merk een een uitleg klaar om de schamele vermogens- en koppelwinst te verantwoorden. Hoge brandstofprijzen en een toenemende fiscale druk zouden een performanter model wel eens de das kunnen omdoen, zo zegt men, en Nissan beoogt uiteraard het omgekeerde. Dus liet men de Juke Nismo opdraven met 'amper' 200pk en 250Nm koppel. En een stugger afgestelde demping.
Ondanks de bescheiden krachttoename krijgt de voortrein het bij momenten toch stevig te verduren. De Juke Nismo heeft een onderstuurd karakter en heeft vaak moeite om het geleverde geweld zonder veel erg op het asfalt los te laten. Het levert spectaculaire taferelen op, dat wel, maar sneller wordt de auto daar niet van. De voorwielaandrijver voorziet geen mechanische sper op de vooras en moet zich achteraan zelfs met een vervormbare dwarstraverse tevreden stellen in plaats van een onafhankelijke ophanging. Het verbaast dan ook niemand dat de Japanner niet altijd even happig reageert wanneer de staat van het wegdek minder meezit, en als bestuurder kan je maar beter doseren om de koets in het gareel te houden.
Gelukkig wordt deze Juke wel graag bij het nekvel vastgegrepen en speelt de heerlijk schakelende zesbak het spelletje mee. Leuk wordt het helemaal wanneer je de naald boven 3.000tr/min houdt - dan gaat hij er wél vandoor - en je de wetten van de fysica het nakijken probeert te geven. De aangescherpte besturing gaat bovendien gepaard met een correcte dosis tegendruk en de bekrachtiging leunt, eens in de sportstand, tegen het ideaalbeeld aan. Ook kan de tractiecontrole - meer dan in de gewone Juke - beter om met onze zware rechtervoet. Het weinig karaktervolle motorgeluid dien je er evenwel bij te nemen, net als de neiging tot overhellen in de bochten.