Laten we meteen met de deur in huis vallen. We houden niet zo van die CVT. Bij het accelereren ontpopt de anders zo stille Auris zich tot een enerverend ettertje, dat veel kabaal maakt maar weinig presteert. Hernemingen verlopen moeizaam, terwijl de gecombineerde krachtcentrale, 136pk sterk, duidelijk overuren klopt. De CVT komt wel tot zijn recht wanneer je aan een monotoon, rustig tempo een uitstap onderneemt. In dat geval is er geen vuiltje aan de lucht, blijft de dorst binnen de perken en ervaren we heerlijke stilte aan boord. En bij het naderen van de oprit thuis horen we zelfs helemaal niets meer. Tegen dan ligt de benzinepomp reeds in coma.
Na een weekje palaveren kwamen we uit op een gemiddelde van 5,5l/100km. Niet slecht, maar we hebben wel moeite moeten doen. Met een zware voet geeft de boordcomputer al gauw 7 liter aan, terwijl die niet eens kilo's moet wegen om het lastig doseerbare gaspedaal te baas te kunnen. Bovendien voelt de krachtontplooiing kunstmatig aan en is er van communicatie amper sprake. Het stuur is dan ook te zwaar bekrachtigd naar onze smaak. Jammer, want het zwaartepunt ligt nu lager dan vroeger en het onderstel ging er op vooruit. Dat deze hybride al gauw 200kg meer weegt dan anders, speelt natuurlijk ook in zijn nadeel. Maar de Auris Hybrid rijdt anders wel evenwichtig en niet te onderstuurd, en lijkt ons een geknipte kandidaat voor enkele pendelaars onder ons.