In maart 1976 kwam BMW met de 630CS en 633CSi naar buiten, twee ranke coupés (toen nog met een Karmann-stempel op het plaatwerk) ontsproten uit het brein van carrièrejager Bob Lutz na een interne discussie over het al dan niet in stand houden van de CS- en CSL-modellen. Die moesten gaan wat hem betrof, ook al werd een hoger bemeten versie van de 3.0 CS als mogelijk alternatief aanzien. Hoger om het in- en uitstappen vlotter te doen verlopen, maar dat terzijde.
In juli '78 verscheen een krachtiger variant met meer vermogen (om en bij 220pk) en een verbeterde aerodynamica. Die heette 635CSi en kreeg een prestatiegerichte, manuele vijfversnellingsbak ingeplant. Een jaar nadien mocht de 630CS al op pensioen, om plaats te maken voor de 628i met directe injectie - een cadeautje van de 528i. Bosch tekende voor de aanvoer van injectoren en in '82 werd de reeks verder bij de tijd gebracht. Tenslotte zag ook de supersnelle M635CSi het levenslicht, gevoed door de 3.5 6-in-lijn uit de illustere BMW M1. De E24-modellenlijn zou uiteindelijk tot 1989 in productie blijven, tot twee jaar na de lancering van een luxe-uitvoering met andere bumpers en betere kijkers.
Het tweede luik werd pas 14 jaar later geopend, al kon het resultaat niet op ieders goedkeuring rekenen. Huistekenaar Chris Bangle opteerde voor een kloeke tronie en de weinig gesmaakte kofferklep typerend voor de toenmalige 7-reeks. Toch bleef het model 7 jaar in productie. Net zoals onze testwagen leende hij zijn basis bij de 5-reeks en was hij ook als cabrio en met voorvoegsel M verkrijgbaar. Onze collega kreeg een exemplaar te pakken in 2004, met opschrift 645Ci en een 333pk sterke 4.4 V8 onder de kap. Indrukwekkende cijfers, maar onze diesel doet beter. De 3.0 zescilinder komt weliswaar lichtjes te kort op de vermogenstestbank, maar met 630Nm vanaf 1.500tr/min toont hij zich met een verschil van 180Nm duidelijk heer en meester op de koppelcurve. Drie keer raden wie van beide heren het snelst uit de sloffen schiet... Juist ja.
Voor € 87.950 is hij de uwe, maar dat is zonder opties gerekend. Onze testauto heeft een veelvoud aan snufjes meegesmokkeld en daar zit al eens een prijsbeest tussen. De 19" wielen kosten botweg € 3.360, sportzetels vergen € 2.350 en het Bang & Olufsen audiosysteem gaat met € 5.240 aan de haal. Turend naar een head-up display (€ 1.610) boven het met leder overtrokken dashboard (€ 1.500), genieten we van actieve cruise control (€ 2.020) en actieve stabilisatorstangen (Adaptive Drive - € 4.370). Waarmee we nog steeds niet rond zijn. Val dus zeker niet achterover na het vernemen van de totale vraagprijs. Die bedraagt € 114.565.