Het afgelopen decennium bewees de suv dat hij geen ééndagsvlieg was, maar recht had op een basisplaats in het elftal. Een groot stuk van die tijd bleven Franse automerken aan de zijlijn staan twijfelen of ze zouden toetreden tot z'n fanclub of niet. Tegenwoordig is elke scepsis aan het adres van de hoogpoter uit commercieel oogpunt misplaatst, want hij maakt integraal deel uit van de mondiale automarkt met eigen volwaardige segmenten in verschillende groottes. En met een trouw koperspubliek dat de stoere vierwielers in haar hart heeft gesloten, met dien verstande dat ze desalniettemin gaarne verwend wordt met steeds zuinigere varianten en niet langer bereid is toegevingen te doen inzake rijgedrag, luxe en comfort. Nu Renault, Peugeot en Citroën eindelijk hebben ingezet op de zich steeds meer vervolmakende suv, zien we hen steeds vaker eigen creaties naar buiten brengen ter bestrijding van de ongezien grote horde concurrenten. De avonturiers die onze zuiderburen echter vandaag aanbieden, zijn nog vaak het resultaat van samenwerkingsakkoorden, voor Citroën en Peugeot met het Japanse Mitsubishi.
Net zoals de i-Miev (oftewel Citroën C-Zero en ook wel Peugeot iOn) en de Outlander (oftewel Citroën C-Crosser en tot vorig jaar ook Peugeot 4007) kan de C4 Aircross evenmin zijn verwantschap met de Peugeot 4008 en vooral donormodel Mitsubishi ASX onder stoelen of banken steken. De keuze voor dit aloude en wijdverbreide herverpakkingstruukje is volkomen begrijpelijk, aangezien het ongetwijfeld de enige manier voor de PSA groep was om snel met een betrouwbare, compacte suv op de proppen te komen. De ASX werd alvast goed onthaald als alternatief voor vlot verkopende vierwielers zoals de Nissan Qashqai of Kia Sportage. Wat de basis betreft zit de PSA groep met eerstgenoemde alvast goed. Alleen is de vraag of de berekende Japanse zich even succesvol liet transformeren tot een flamboyante Française. En of ze zodoende ook haar meerprijs van bijna € 3.000 op de Japanse instapper kan verantwoorden.