Net zoals de Citroën C-Crosser een tweelingsbroer is van de eerst geboren Mitsubishi Outlander, zo ook krijgt de ASX van het Japanse merk een zusje dat de Fransen C4 Aircross hebben gedoopt. De compacte suv is 4,34m lang, 1,8m breed en neemt het op tegen succesnummers zoals de Nissan Qashqai, Hyundai ix35 en Kia Sportage. Geheel in lijn met de prijszetting van Citroën's grootste suv is ook de C4 Aircross steevast duurder dan haar Japanse evenknie, al lopen ze wat betreft de standaarduitrusting weliswaar niet volstrekt synchroon. De goedkoopste C4 Aircross vereist een investering van € 22.885; voor onze testwagen, de 1.6 HDI met tweewielaandrijving moet je minstens € 24.785 ophoesten.
Citroën nam de ASX als basis, veranderde ingrijpend de voor- en achterkant en verkreeg zo een suv die niet alleen perfect aansluit bij de meest recente toevoegingen aan haar gamma, maar die ook dynamischer, robuuster en vooral groter oogt dan ze werkelijk is. Het merk hernam enkele typische - en vooral leuke - stijlelementen van haar klassieke én DS reeks, zoals de imposante grille met dubbele chevrons vooraan en de 'zwevende' c-stijlen in het zijaanzicht. Hoe dat er in de praktijk uitziet, kan je zoals gebruikelijk in onze fotospecial ontdekken. De dimensies van de koets zorgen voor een ruimteaanbod binnenin dat als niet meer of minder dan correct kan bestempeld worden. Het interieur huisvest vijf goede zitplaatsen waarvan er vier volwaardig zijn, en allemaal bieden ze adequate been- en hoofdruimte. In de koffer kan je theoretisch 442 liter kwijt: er zijn concurrenten die beter doen, maar te klein kan je de goed gevormde koffer niet noemen.
Minder geslaagd vinden we het interieur, vooral omdat Citroën daar zo goed als niets aan kon (hopen we) of wou (vrezen we) wijzigen. Alles oogt eerder saai en ongeïnspireerd; in een Mitsubishi is dat geen wereldschokkend nieuws maar Citroën heeft de laatste jaren laten zien dat ze zelf stukken beter kan. Het is dan ook doodzonde dat de flair en de extravagantie die het uiterlijk na zijn metamorfose kenmerken, geen vervolg kregen aan de binnenkant. Vooral de overvloedig aanwezige harde materialen, de knoppen die te licht aanvoelen en het infotainmentsysteem dat wat de visualisatie van gegevens betreft voor dit geld (€ 1.950) niet het niveau haalt dat je vandaag mag verwachten, zijn een doorn in het oog van liefhebbers van het Franse merk. Die opmerking geldt evenzeer voor het onderstel, dat weliswaar een strak en onderhoudend rijgedrag biedt maar niet het comfort kan bieden dat je van een suv, laat staan van een Citroën verwacht.
De 1.6 HDI komt dan weer wel uit Citroën's rekken en stemt ons alweer wat vrolijker. De vierpitter heeft 10,8 seconden nodig om vanuit stilstand de naald 100km/u te laten aanwijzen, is theoretisch tevreden met een verbruik van 4,6l/100km en pleziert de fiscus (of net niet) met een uitstoot van amper 119g CO2/km (met tweewielaandrijving). Het blok is niet alleen potent genoeg om de suv vlot genoeg door het verkeer te loodsen, het blijkt ook in de praktijk met minder dan zes liter/100km toe te komen en als je echt je best doet, kan het zelfs nog beter. Citroën monteert een start&stop module op alle versies en is even gul als het op de standaarduitrusting aankomt. Met name wat de veiligheidsvoorzieningen betreft, want die zijn altijd standaard.