De 208 behoudt de voorophanging en de vervormbare achteras van de 207, wat volstaat om de lichtere koets gezwind door het verkeer te jagen. Noem het gerust een fijne bedoening. Het karretje reageert lichtvoetig op elke stuurbeweging zonder dat we door onveiligheidsgevoelens worden overmand. Dat de communicatie met de voorwielen vanwege de energiebesparende stuurbekrachtiging beperkt blijft, moet je er wel even bijnemen. En dat moet je tegenwoordig toch haast overal. Sturen gaat overigens snel en precies, en met beide handen rond het kleinood geklemd waant zelfs de meest grijze muis zich heel even rallypiloot.
Onder de kap ligt een 1.6 e-HDI zelfontbrander die 92pk produceert. Dat zijn er 24 meer dan een collega mocht ervaren in de 1.4 e-HDI, en het spreekt voor zich dat ons testexemplaar beter presteert. Al zal je met een sprintcijfer van 10,9 seconden nog steeds geen hoge ogen gooien. Maar daar doen we het uiteraard niet om. De zestienhonderd heeft genoeg reserves ter beschikking om de vlotheid van het verkeer niet in gedrang te brengen en houdt zelfs een beetje over. Want geloof het of niet, we hebben ons kunnen uitleven aan boord van deze speelvogel. Schakelwegen zijn nog steeds te lang, en helemaal schokvrij verlopen de overgangen niet, maar we zijn bereid hem daarvoor te vergeven. Dit is gewoon een leuk rijdende auto.
Op een enkeling na pakken alle diesels uit met start/stop. De kleine letter in de typeaanduiding zou wijzen op een verbeterde variatie van het systeem, al lijkt dat het verbruik niet tot een minimum te kunnen beperken. Wij halen 5,3l/100km in plaats van de opgegeven 3,8 liter, maar dat kan ook met de funfactor te maken hebben. Een gemiddelde tussen 4 en 4,5l/100km lijkt ons anders wel haalbaar. Op papier stoot de 1.6 e-HDI overigens 98g/km CO2 uit, 11 eenheden meer dan de 1.4 e-HDI.