De Fiësta passeerde eerder al uitgebreid de revue in onze testrubriek, en met slechts detailwijzigingen aan het interieur, richten we onze aandacht vooral daarop. Je wordt er nu getrakteerd op een opgewaardeerde aankleding, waarvan wat aluminiumkleurige onderdelen met satijnglans en glanzend zwarte kunststof de aanpassingen zijn die het meest je ogen uitsteken. We stellen ons bij dat laatste nog steeds vragen over de krasgevoeligheid, maar het ziet er op z'n minst degelijker uit dan bij enkele andere nieuwe producten in hetzelfde segment.
Aan de ergonomie werd eveneens gesleuteld. Dat betekent helaas niet dat er paal en perk gesteld is aan de wildgroei aan knopjes die bovenaan de middenconsole zitten. Het wil enkel zeggen dat de bediening voor de ruiten, de zetelverwarming en de buitenspiegels naar een betere plaats verhuisd is. Voor ons onvoldoende om de opmerking uit de lijst weg te halen. Je kan ze nu wel beter omzeilen als je de module met stemherkenning hebt gekozen (zit in Sync). Die kan meer kunstjes dan voorheen.
De binnenruimte werd ook een tikkeltje meer praktisch. De portiervakken zijn groter en een armsteun met opbergvak vooraan is iets waar geen zinnig mens iets tegen kan inbrengen. Behalve dan dat het best standaard mocht zijn vanaf een lager uitrustingsniveau. Alleen de Sport, helemaal bovenaan de prijsladder, heeft er recht op. Ford claimt ook een betere bruikbaarheid van de koffer. Daarin wordt een dubbele bodem geïntroduceerd. Met een wat hogere koffervloer is de laadruimte nu vlak als je gebruik maakt van de in ongelijke delen neerklapbare achterbank. Het beschikbare laadvolume varieert van minimaal 276l (met een mini-reservewiel in plaats van een hoe dan ook nutteloze bandenherstelkit) tot maximaal 974l wanneer je achter de voorste inzittenden laadt tot tegen het dak.