Dat Dacia uit z'n succes ook zelfvertrouwen puurt, is het uiterlijk aan te zien. Terwijl de kenmerken die essentieel zijn voor z'n goedkope constructie (zoals het delen van deurpanelen met andere modellen of rechte zijruiten) nog steeds present zijn, steken ze voortaan wel een in koetswerk dat best gezien mag worden. Akkoord, op stijlvlak worden hier geen grenzen verlegd, maar zelfs de standaard Sandero heeft nu meer présence. Dikkere bumperschilden rondom leveren een assertievere attitude op en je hebt nu ook grotere lichtunits en een best prominente grille om je in de buitenspiegel van je voorganger mee te profileren. De Sandero steekt z'n aantrekkelijke prijs nu ook een pak beter weg dan voorheen, dankzij meer aandacht voor details en aerodynamica. Oefening baart kunst. Er zit wat van een VW Polo in, en in de geprononceerde wielbogen zie ik zelfs wat van de Renault 5, en die heb ik altijd erg sympathiek gevonden.
Dat wat meer uiterlijke opsmuk op de verlanglijst van de klant stond, blijkt uit het succes van de Stepway-uitvoering tot op heden. Die koppelt een 4cm hogere bodemvrijheid aan stoere stijlkenmerken. Het radiatorrooster en de bumpers hebben er twee kleuren, er zijn mistlichten, bredere wielkasten, spefieke stalen zestienduimers (en optionele velgen) en dakstangen zorgen voor een avontuurlijke marinade.
Door wat steviger in de stootlijsten te zitten is de Sandero Stepway marginaal groter dan z'n broer die het met één naam moet stellen. De lengte bedraagt 4,08m in plaats van 4,06m. De breedte wordt echter door de schouders bepaald en die is dan ook identiek, met 1,73m. In vergelijking met z'n voorgangers zijn beiden telkens een tikkeltje groter.