Zoals we van BMW gewend zijn is het interieur piekfijn afgewerkt en gebruikt het huis fraaie materialen. De aanpassingen ten opzichte van de eerste editie blijven eerder beperkt. Zo vinden we het een gemiste kans dat het bijzonder geslaagde "black panel" instrumentenbord niet wordt overgeheveld vanuit de nieuwe 3 of 1 bijvoorbeeld. We moeten het doen met ventilatiemonden die voortaan omgord worden door randen in pianolak, een middenconsole die wat meer in de richting van de bestuurder werd gedraaid en zowaar een rijkere standaarduitrusting. Ofschoon die groeit, drijven de verregaande personaliseringsmogelijkheden enerzijds het prijskaartje schrikwekkend snel op als je wat te gretig aan het kiezen gaat, maar laten anderzijds ook toe om de X1 bijzonder rijkelijk uit te rusten, zonder dat je verplicht wordt een zware motor te laten monteren. In de huidige tijdsgeest - en vooral - politiek, lijkt ons dat niet slecht bekeken.
We zijn het ondertussen al gewoon: Als bestuurder zit je in een BMW-stoel voortreffelijk en geniet je van bedieningsinstrumenten die zich logisch gespreid en binnen handbereik bevinden. Omdat het ruimteaanbod zowat identiek is aan dat van de Drie, kan je ook achteraan volwassenen kwijt, zolang de rit niet al te lang wordt. Al zitten die dan niet zo ruim - of zo hoog - als in een X3 natuurlijk. De relatief beperkte wagenhoogte heeft als voordeel dat je geen breuk hoeft te heffen als je wat in de koffer kwijt wil. De laaddrempel is nauwelijks hoger dan die van een conventionele auto. En met 420l is het volume (met inbegrip van de bergvakken onder de koffervloer) respectabel. De achterbank kan plat in drie delen (40/20/40) wat ruwweg overeenkomt met de drie zitplaatsen. Je kan daardoor de middelste opening ook als skiluik gebruiken. Met alle zitmeubilair in hun meest nederige positie past er tot 1.350l in.
Zoals gesteld wordt de soep in Beieren lauw gegeten, tenzij je ook wat budget hebt gereserveerd voor opties die de vlam in de pan kunnen brengen. € 1.700 wordt gevraagd voor het xLine pakket, één van de drie mogelijke jasjes (zonder de standaardversie mee te rekenen). Behalve het sportstuur, specifieke achttienduimers en mat grijze koetswerkpanelen op welbepaalde plaatsen biedt dit pakket binnenin maar weinig luxe extra. Servotronic, tapijtjes, elektronische klimaatregeling en nog wat ditjes en datjes zijn standaard. Navigeren? € 2.940 erbij alstublieft, voor het Professional pakket. Een regen- en lichtsensor, sfeerverlichting, een automatisch dimmende binnenspiegel of parkeersensoren? Dat kan, gebundeld in het Comfort Pack Plus hoef je amper € 2.050 neer te tellen. Alle gekheid op een stokje: zoals gebruikelijk bij BMW (en zowat alle Duitsers) reserveer je best 1/4e extra bovenop de catalogusprijs, wil je de X1 afmonteren op een aanvaardbaar niveau.