Aan de binnenzijde moet je het stellen met detailwijzigingen ten opzichte van de Countryman. Maar de kunststoffen zijn grotendeels gebleven en het is niet zo dat we daar helemaal geen kritiek op hadden. Er zijn nu wel nieuwe knopjes voor de elektrische raambediening die huizen in hertekende deurpanelen. O, en we zouden bijna vergeten dat ook de middenconsole een beetje anders aandoet. Al die details zijn binnenkort overigens ook op de Countryman terug te vinden.
Vanzelfsprekend is achterin plaatsnemen een stuk uitdagender dan in z'n goedkopere broer met vier deuren. Je moet je immers op de achterbank wurmen en omdat de Paceman met 4,10m geen echt grote auto is, is dat evenmin het geval voor de deuropening.
Eens je er zit, kan je evenwel niet al te veel slecht verzinnen over de rijhouding of het plaatsaanbod. Tenzij je natuurlijk dacht dat de Paceman binnenin opeens een segment hoger zou gaan spelen. Er drie inzittenden schikken mag je vergeten - Mini biedt de Paceman alleen aan met sportzetels voor de inzittenden vooraan, die overigens niet eens zo veel steun bieden, en twee individuele zitjes achteraan gescheiden door een rail waar je wat optionele prulletjes (als een bril- of bekerhouder) kan insteken.
De gigantische wijzerplaat domineert nog steeds de boordplank als een groot, en wat mij betreft geslaagd, stijlelement. Maar goed afleesbaar was het nog nooit. Gelukkig zie je de snelheid ook gewoon voor je neus in een scherm in de toerenteller.
Leggen we de blauwdrukken van Countryman en Paceman boven elkaar, dan zien wat dat die laatste in totaliteit enkele centimeters prijsgeeft. Dat zorgt ervoor dat de kofferinhoud 20 liter slonk, tot 330 liter. Maar het is nog steeds stukken meer dan een normale Mini (die op 200 blijft steken). De twee individuele achterzetels kan je plat leggen en als je dan tot tegen het hellende dak je bagage puzzelt, krijg je er 1.080 liter in.