Familie-uitbreiding begint bij Mini, nu een merk en al lang geen model meer, een routinezaak te worden. Met de nieuwe Paceman komt het aanbod nu op zeven modelvarianten die wij alvast kunnen opdelen in twee categorieën. Zij die gebaseerd zijn op de Mini (dat zijn de Hatch, Cabrio, Clubman, Roadster en Coupé) en in de andere hoek de Countryman en deze Paceman die het onderstel gebruikt van z'n broer. Technische verschillen zijn schaars, om niet onbestaande te gebruiken, maar je kan er moeilijk omheen dat de Paceman een snuifje Evoque in het segment introduceert
Dat heeft natuurlijk ook weer een prijs, want wie dacht dat de Paceman goedkoper zou zijn omdat hij twee deuren minder telt dan de Countryman, is er aan voor de moeite. Een vergelijkbare versie vraagt een extra inspanning van zo'n 600 à 700 euro. Best een meevaller, gezien je in de ons omliggende landen tot € 1.200 extra moet ophoesten. Sportophanging die je op de Countryman € 200 kost, is nu steeds seriematig aanwezig.
Het gamma omvat een Cooper D met 112pk en een Cooper SD met naar keuze 143 of 136pk wat de dieselversies betreft. Benzines zijn er als Cooper (122 of 115pk) of Cooper S met 163 of 184pk. Alle versies zijn er met een handbediende zesbak en met een optionele vierwielaandrijving (€ 1.700) terwijl de Cooper D ook gecombineerd kan worden met een automaat die € 1.500 kost. De prijsvork van het gamma gaat van € 23.300 tot € 28.600, met de Cooper S die we hier bij deze vroege kennismaking voor u serveren in z'n voorwielaangedreven versie die € 26.900 moet opbrengen. We zeggen vroege kennismaking, want het grote publiek kan pas voor het eerst kennismaken met de Paceman op het Autosalon van Brussel terwijl de Belgische marktintroductie pas geschiedt op 16 maart van volgend jaar.
Officieel is er nog geen John Cooper Works versie aangekondigd, maar je kan bezwaarlijk zeggen dat Mini er geheimzinnig over doet. Die 218pk sterke variant staat immers doodleuk in de prijslijst. Hij zal je € 34.900 armer maken.