Van de Range Rover kan je gerust stellen dat hij een iconische vorm heeft. En dat is voor de ontwerpers van eerdere modelgeneraties zonder meer een compliment, al is het meteen ook een vloek voor die van de huidige generatie. Die hebben de weinig benijdenswaardige taak een product af te leveren dat herkenbaar is en tegelijk moderniseert. Een taak die er met de nadruk op markten als China, Rusland of het Midden Oosten niet eenvoudiger op werd. Aan dat laatste hebben we ongetwijfeld de frivole details van de nieuwe koets te danken. De boogjes aan de lichtunits, of de erg grote contrasterende koelsleuven op de flank bijvoorbeeld.
Het is als Maria Callas die ten tonele verschijnt met bling uit de juwelendoos van een ordinaire rapper. Zelfbeheersing brengt evenwel redding - je kan ze immers ook laten opgaan in de koetswerktint. En dat een grotere aandacht voor vakmanschap en detail van de lenzen van de lichtunits, de deurklinken, koetswerknaden en compleet in LEDs uitgevoerde lichtunits afstraalt, kan je alleen maar toejuichen.
Land Rovers grootste heeft uiteraard geen tekort aan présence en geeft zichzelf een bredere pose dan voorheen. Dat komt vooral omdat de wielen meer naar de hoeken geduwd zijn, met een 4cm toegenomen wielbasis en velgen met een instapmaat van 19-duim als bewijs. In het totaal wordt de Range Rover IV slechts 2,7cm groter dan de uitgaande generatie. Hij blijft daarmee ruimschoots onder het vastgoed dat je moet uittrekken voor pakweg een BMW 7-Reeks, Audi Q7 of Mercedes GL. In feite is de voetafdruk erg gelijk aan die van de Audi A6. Daar houden de gelijkenissen gelukkig ook meteen op.
Het plaatwerk verhult een ware revolutie. Het zelfdragende koetswerk is helemaal uit aluminium vervaardigd. Een primeur voor een SUV. Daardoor weegt de structuur slechts 180kg; liefst 39% minder dan voorheen bij een gewicht dat vergelijkbaar is met dat van een zakelijke berline.