Onderaan het stuur van elke A1 quattro prijkt een plaatje met opschrift '1 of 333'. Een échte serieaanduiding had leuker geweest, maar verder klagen we niet. Plaatsnemen in een Audi is altijd een beetje feest. En behalve de typische zin voor afwerking en materiaalkeuze smijt de snelste productie-A1 er uiteraard nog enkele sportieve elementen tegenaan. Het afgeplatte stuurwiel, de rode toerenteller en in luxueus Nappaleder uitgevoerde sportkuipjes gelden hier als grootste blikvangers, netjes bijgestaan door een blitse, grippende versnellingspook. Met een nadelig kantje op koudere dagen. Ook zijn sommige bedieningselementen in de middenconsole te laag geplaatst, waardoor we af en toe onze blik afwijken van het verkeer.
Ondanks deze puntjes van kritiek blijft het erg fijn vertoeven, met knappe verlichting en een stevige portie luxe. Waaronder mobiel internet en een B&O geluidsinstallatie met een klas aan luidsprekers. De A1 quattro kent ook maar één uitvoering, in een enkel kleurpatroon, die voor een vaste prijs volledig uitgerust wordt afgeleverd. Enerzijds valt dat toe te juichen; anderzijds zou een 'kaal' en bijgevolg lichter exemplaar meer op de harten van autosportliefhebbers inspelen. Wat toch de bedoeling was, dachten we.