In 1998 bracht VW al eens een op de originele VW Beetle (uit 1938) geïnspireerde retromobiel op de markt, een wagen die in onze contreien eerder lauw werd ontvangen. Nu, ruim 13 jaar later is de New Beetle vervangen door kortweg Beetle en is het model gewapend met een scherpere lijn en extra centimeters. En een scherpere prijs als je hem tegen een vergelijkbare Golf in stelling brengt, een wagen waarop hij ook nu is gebaseerd. VW laat het guitige enigszins varen ten voordele van het sportieve, wat dan ook meteen verklaart waarom de Beetle groeit in alle richtingen maar tegelijkertijd lager tegen het wegdek komt te liggen.
Die rekoefening levert niet geheel onverwacht een pak meer dynamiek op in het lijnenspel, iets wat nog extra wordt benadrukt door de stoerdere bumpers, dikkere C-stijl en grotere wielkasten. Een ander voordeel die de groeispurt met zich meebrengt is de toegenomen ruimte binnenin, iets wat VW ertoe aanzet de Beetle te promoten als een volwaardige eerste wagen in het gezin. Het koffervolume dikt met 1/3e aan en bedraagt voortaan een flinke 310 liter, een volume dat dankzij de grote achterklep prima bereikbaar is maar door diezelfde stijl af- en spits toelopende klep helaas niet volledig benutbaar is in de praktijk. Diezelfde ‘ja, maar' redenering gaat op voor de cabine: best ruim voor vier (en nooit voor vijf trouwens) maar de diepe achterstoelen zijn geen spek voor de nieuwsgierige kinderbek en instappen blijft in zo'n coupé toch altijd een beetje een vervelende bedoening, ook al keren de stoelen netjes terug naar de initiële positie.
Binnenin kijk je op een specifieke boordplank, kan je daarbovenop naar drie eerder overbodige maar evenwel leuke tellers turen als je daarvoor hebt geopteerd en maken de gelakte elementen er een gezellige en persoonlijke boel van. Maar daar tussen in vind je natuurlijk alle gekende Volkswagen-bedieningselementen, wat het interieur net niet zo speciaal maakt als dat van een Mini of Fiat 500. Gelukkig zijn die elementen wel zo gegroepeerd dat je van een nagenoeg perfecte ergonomie kan spreken. In tegenstelling tot de New Beetle zijn er tegenwoordig personaliseringsmogelijkheden zat, en de prijzen die VW hiervoor hanteert zijn correct. We noteren ook de mogelijkheid om een Fender geluidsinstallatie te laten monteren aan een schappelijke prijs, maar echt wonderen verrichten, doet die niet.
Onderhuids is de Beetle verwant aan de Golf, maar alleen de topversies hebben recht op de volledige onafhankelijke achterophanging van die laatste. Net zoals alle andere motorisaties gaat onze 2.0 TDI met DSG automaat met dubbele koppeling dus door het leven met een behoorlijk stugge achtertrein en dat zet toch wel een beetje een domper op een anders zeer fijn weggedrag. Ook de aandrijving van onze testwagen doet zijn werk zoals het hoort, maar steekt in niets boven de massa uit. Niet met zijn honderdspurt in 9,5 seconden, noch met zijn officieel gemiddeld verbruik van 5,3l/100km laat staan de CO2 uitstoot van 139gr/km. De instapper van dienst is een 1.2 TSI die vanaf € 17.500 van eigenaar verwisselt; kies je zoals ons voor de tweeliter diesel met automaat en de Design afwerking, reken dan op een startprijs van € 23.900. Leder, navigatie, xenon verlichting, alarm of parkeersensoren zijn dan nog niet voorzien, dus ga je loos met de opties, dan is het een koud kunstje om dik boven de € 30.000 uit te komen. Maar kijk eens in de fotospecial, je hebt dan toch maar mooi een echte Beetle. Die dichter bij het origineel staat dan tevoren.