Vooraan is er aan de binnenzijde niets aan de hand en is er geen millimeter verschil met de XF. Die profiteert sinds een facelift eerder dit jaar overigens van nog maar eens opgewaardeerde materialen en doorstaat op dat vlak nu probleemloos de vergelijking met de Duitsers, al durft de aansluiting van de sierlijsten - en dan hebben we het over afwerking - nog wel eens de meerdere te moeten herkennen in de beste concurrenten. Wat de XF echter nog steeds in overvloed heeft, is karakter. Niet alleen omwille van z'n wegdraaiende verluchtingsmonden of de draaiknop voor de automaat, maar door in z'n vormgeving soberheid en design tot een cocktail met een typische smaak te mengen. Bij nachte baadt het interieur dan wel in steriel blauw licht - het blijft er nog steeds gezellig.
Minpunten zijn schaars, maar natuurlijk niet helemaal afwezig. De vormgeving van het overigens ergonomisch briljante aanraakgevoelige scherm in de middentunnel, oogt inmiddels gedateerd. En voor het navigatiesysteem is dat zo mogelijk nog meer het geval.
Op de achterbank gaan berline en Sportbrake elk hun eigen weg. Een 60/40 neerklapbare achterbank met skiluik is hier standaard en het zitvlak is opnieuw ontworpen om makkelijker plaats te bieden aan drie personen. In het midden is wat extra ruimte aan de kruin dan mooi meegenomen en de functionele variant overklast er z'n berlinebroeder met liefst 4,8cm. Een wereld van verschil. De bank in z'n meest nederige positie dwingen kan overigens gewoon via hendels in het laadcompartiment. En daarmee zijn we bij de koffer beland. Die heeft een lagere laaddrempel en is ruimer dan bij de berline. Er past 550 liter in. Wil je het onderste uit de kan, dan is de vloer niet minder dan 1,06m breed en 1,97m lang. Er bovenop past dan 1.675l bagage. Een kofferklep die zichzelf in het slot trekt is standaard en eentje die helemaal elektrisch open en dicht gaat, staat in de optielijst.