Eén van de grote troeven van deze Dacia is het altijd aanwezige aanbod aan ruimte. Zoals gesteld is de koffer indrukwekkend groot voor wie een klassieke gezinswagen gewoon is, en daarbij maakt het geen weinig uit of je de achterbank nu opklapt of niet. In zijn meest optimale configuratie kan je tot 3 m³ vervoeren en dat doen weinig tot geen breaks hem na. Ook de inzittenden worden getrakteerd op heel wat beweegruimte in alle richtingen. Een duidelijke erfenis van het bestelwagenschap is de riante hoofdruimte, en dat is een eigenschap waar de vervoerde personen duidelijk hun voordeel mee doen. Erg leuk vinden we de bergruimte boven het hoofd, maar ook de overige opbergvakjes stellen niet teleur.
De boordplank wil net zoals alle andere inwendige panelen niet bepaald imponeren. Nergens blingbling, streepjes namaakmetaal of andere tirlantijntjes te bekennen. En toch doet Dacia ook binnenin wat het uitwendig weet klaar te spelen, want een echt saaie boel is het nu ook weer niet. Sober en rudimentair komt het interieur zeker over, maar niet ouderwets of afgeleefd. Waar het interieur wel onvermijdelijk steken laat vallen, is op het gebied van de geluidsisolatie. Alles klinkt hard en hol, rijgeluiden worden vrolijk binnen uitgenodigd en de verschillende panelen durven al eens onderlinge discussies aan te gaan. Het rammelen stoppen via een welgemikte dreun of een adequaat "gewigd" kartonnetje brengt op een erg nostalgisch aandoende manier soms wel eens soelaas.
Zelfs in deze duurste Lauréate uitvoering is de meegeleverde uitrusting naar hedendaagse normen niet bijzonder. Voor € 12.200 krijg je dan wel onder meer centrale deurvergrendeling met afstandsbediening, elektrische buitenspiegels en ruiten (vooraan), radiovooruitrusting voor- en achteraan en diens meer, maar voor klimaatregeling, een audio-installatie of navigatie dien je dieper in de buidel te tasten.