Onze Can-Am kreeg dit jaar een nieuwe, gasgevulde voorophanging met schroefinstelling van de voorbelasting, een dubbele A-arm en een dikke stabilisatorstang voor vlotter bochtenwerk en meer stabiliteit. De voorste schokdempers, met stikstofgas en geanodiseerd aluminium, zorgen voor een betere terugvering en compressieverdeling en wegen telkens 33% minder dan de standaardexemplaren uit de RS-uitvoering. Vervolgens werd ook de elektronische en variabele stuurbekrachtiging herbekeken met het oog op snellere reacties. Maar eigen lichaamsgewicht in de schaal werpen blijft weliswaar noodzakelijk: net als bij een quad dien je als het ware over het stuur te leunen. Bovendien neigt deze Can-Am naar onderstuur en mist hij kracht bij het remmen. Een defensieve houding aannemen is dus meer dan gewenst. Anderzijds zal het achterwiel niet snel aan het slippen gaan, wat we aan de ietwat bemoeizieke tractiecontrole te danken hebben. Hier neemt veiligheid de bovenhand.
De Spyder RS-S Roadster wordt, net als de rest van het driewielergamma, aangedreven door een watergekoelde en stevig bibberende 998cc V-Twin benzinemotor van Rotax-makelij. Die zich warmtegewijs laat voelen aan de onderbenen, wat het rijden in Canada wellicht aangenamer maakt. Bediend door elektronische brandstofinjectie met een groot gasklephuis van 57mm - voor meer respons en een lagere dorst - levert de krachtbron 106pk bij 8.500t/min en 104Nm koppel bij 6.250t/min. Dat is respectievelijk 6pk meer en 4Nm minder dan de RT-touringmodellen die hun waarden bij lagere toerentallen bereiken. Gekoppeld aan een semi-automatische transmissie met 5 verzetten (én een achteruitversnelling) spurt de 317kg wegende driewieler in een vlotte 4,5 seconden naar 100km/u. Je kan ook kiezen voor een traditionele koppeling, maar die wordt door onervaren rijders minder gesmaakt. Onze halfautomaat maakt gebruik van een elektronische bak en schakelen doe je met de linkerduim en -wijsvinger, terwijl de Can-Am beneden 2.400t/min - bij gebrek aan een snelle beslisser - zelf het tandje lager steekt.
Met een brandstoftank van 25 liter kom je niet erg ver, en bovendien lust hij een flinke slok. Hoeveel precies viel amper te meten - wij konden nu eenmaal niet om de plezierritjes heen. Reken elke 100km alvast op een liter of 9, afhankelijk van zoveel verschillende factoren. Om af te sluiten nog een minpuntje: de handenvrije rem wil zijn diensten enkel op een gelijkmatige - lees: vlakke - ondergrond bewijzen. Een gegeven dat we, met dank aan een schuine oprit, zelf aan den lijve hebben kunnen ondervinden.