Aan de binnenzijde heeft de jacht op overbodige ballast schijnbaar invloed gehad op de materiaalkeuze. Er is nogal wat hard plastic, dat er niet meteen slecht uitziet maar je ellenbogen bijvoorbeeld geen dienst bewijst als je ze op de deur laat rusten. Erger vinden we de keuze van de ontwerpers om een groot deel van stuur van een plastic decoratierand te voorzien. Er is fijne lederafwerking mogelijk, maar het gedeelte dat je vast neemt is onaangenaam plastic. Onbegrijpelijk.
Renault tapt uit het tegenwoordig erg populaire vaatje van pianozwart en chroom om het geheel er luxueuzer te laten uitzien. Helaas kunnen ook die delen niet overtuigen. De middenconsole houdt de schijn op foto nog op, doch niet in realiteit. We spotten ook enkele elementen waarvan de assemblage te wensen overliet. Diezelfde middenconsole en de armsteun prijken bovenaan de schaamlijst. Je Clio aanpassen aan je persoonlijke smaak is hier evenzeer mogelijk. Dan worden de sierdelen op het stuur en om de verluchtingsroosters aangepast.
Een radio met Bluetooth die eveneens de audio van je draagbare gegevensspeler door de luidsprekers laat schallen is voortaan standaard. Een navigatiesysteem dat we reeds kennen van bij de jongste Dacia-producten is er vanaf het tweede uitrustingsniveau, wat het erg bereikbaar maakt. Het mist echter enkele basisfunctionaliteiten die je een Dacia wel kan vergeven maar die je deze Renault omwille van z'n hogere prijs noodgedwongen moet aanrekenen. De afwezigheid van een zoom-functie-bijvoorbeeld. Onze muziekdrager van een populair merk kon er overigens maar moeilijk mee communiceren. En wanneer een koppeling dan toch gelukt was, bleek de geluidsstroom niet vlekkeloos - een kwaal die elke testauto vertoonde, dus daar is duidelijk nog werk aan de winkel.
Het laatste couplet van de klaagzang hebben we daarmee gelukkig wel achter de rug. De Clio heeft immers ook nog heel wat om te verleiden. Zo is het stuur voortaan al vanaf de basisversie in hoogte en diepte regelbaar. Dat betekent dat je nagenoeg zeker bent van een uitstekende rijhouding. Het zitmeubilair drong ons evenmin in de vermoeidheid, met een steun en comfort die we zullen als bovengemiddeld zullen omschrijven. Enkel tijdens het bochtenwerk dat met de grootste overtuiging werd aangesneden merk je de beperkingen van de zijdelingse steunvlakken. Ergonomisch is er evenmin iets mis. Akkoord, de schakelaar voor de snelheidsregelaar (nu eveneens standaard) zit nog steeds op een wat rare plaats, maar het is op z'n minst dezelfde als die bij alle andere Renaults. Alle andere bedieningsemelementen lijken precies te zitten waar je ze verwacht.
Het instrumentarium bestaat uit een digitale snelheidsindicator die door erg vlakke analoge wijzers wordt geflankeerd. De toerenteller links en een brandstofmeter rechts. Weerom met chroom als schaamlapje, maar wel een degelijke schaduwkap die de afleesbaarheid ten allen tijde garandeert.
De beide assen gaan een tikkeltje meer in spreidstand en dat is dan weer goed nieuws voor de achterste inzittenden. Die hadden ook in de vorige generatie al weinig reden tot klagen, en terwijl je de hoogtereductie aan je kruin nauwelijks gewaar wordt, merk je wel de extra millimeters tussen de knieën en de rug van de voorzetels op.