Door de turbo bovenop de zestienhonderd te vijzen, stijgt het vermogen ervan van 140 naar 186pk. En de trekkracht gaat nog meer in de plus. Deze eenheid heeft 270Nm, vanaf 1.500 tot dik 4.000t/min, terwijl de atmosferische versie met moeite 167Nm bijeen gerakeld krijgt. Wie zichzelf al eens laat betrappen op schakelluiheid is hier dus een stuk beter af. Maar in dit segment moet je natuurlijk ook pure prestaties kunnen voorleggen, en daar verliest de Veloster wat van z'n scherpte. De sprinttijd werd afgeklokt op 8,6 seconden en de top - die in onze contreien natuurlijk minder relevant is - bedraagt 214km/u. De Koreaan steekt de concurrentie de loef af op vlak van uitrusting en prijs, maar geeft enkele tienden prijs als het op de acceleratietijd aankomt. Maar dat zegt natuurlijk niet alles...
Hitsig is de nieuweling niet, maar hij heeft niets tegen en flinke dosis rijpret. De motor klimt gretig in de toeren en hoewel stuur (elektrisch bekrachtigd en dus gevoelloos) en pook (een tikkeltje rubberachtig) niet meteen nieuwe referentiepunten zijn, werkt alles uitstekend samen. De homogene mix eindigt er ook niet bij, want de afstelling van het onderstel hoort eveneens in dat rijtje thuis. Met McPherson veerpoten vooraan en een simpele torsie-as tussen beide achterwielen is het niet erg gesofisticeerd, maar Hyundai trekt dat meer dan behoorlijk recht in de afstelling. Op een pokdalig wegdek toont die respect voor de organische wezens aan boord en de achtertrein is voorspelbaar maar niet zo Lutheraans opgevoed dat alle speelneigingen onderdrukt zijn. Om de 18-duimers zit rubber waarop 215/40 R18 af te lezen valt. Dat is geen millimeter breder dan de standaardbanden. Daardoor is spoorgevoeligheid beperkt en op droog wegdek is er alvast geen sprake van tractie die te wensen overlaat. Puik werk dus. Als we dan toch nog iets op de wenslijst mogen zetten, dan graag remmen met wat meer uithouding. We waren er tijdens de test niet vriendelijk voor en fading was dan ook niet helemaal uit de lucht.