De Hyundai Veloster is een eigenzinnig bazeke. De reden daarvoor, waar we bij exterieur nog eens dieper op ingaan is natuurlijk z'n asymmetrische opstelling met twee portieren aan de stoepzijde en één deur aan de bestuurderskant. Maar hij is dat tevens door de weigering van het bedrijf om een dieselversie aan te bieden, terwijl die bij nagenoeg elke concurrent wel te vinden is. De fabriek draait nu al op volle toeren en zo'n diesel maakt dat dan nodeloos ingewikkeld. De turbo die bovenop de 1.6l direct ingespoten benzinekrachtbron wordt gevezen, moet inmiddels onze wens naar wat meer vermogen en trekkracht vervullen. Een aardige zoethouder.
Concurrenten zijn er in het segment te over, maar de Veloster geeft ze op vlak van prijs in elk geval het nakijken. De Turbo is er immers vanaf € 28.999. Dat is amper € 800 duurder dan de best uitgeruste atmosferische versie (die met 140pk liefst 46pk toegeeft), en dan doet de snelste van beide het ook nog eens een tikkeltje beter op vlak van uitrusting. Leder, een panoramisch glazen dak, navigatie, snelheidsregelaar, automatische airco, een elektrisch verstelbare bestuurderszetel... het is er allemaal.
Je kan de Veloster Turbo met de hand een versnelling dicteren. In dat geval bedraagt het verbruik en de CO2-uitstoot (tegenwoordig erg belangrijk voor de fiscaliteit) 6,9l/100km en 157gr/km. Lap € 1.250 bij de prijs en Hyundai levert je een automaat die eveneens zes versnellingen telt en 8,1l/100km en 174gr/km als respectievelijke waarden heeft. Dat is overigens een conventionele automaat, omdat de transmissie met dubbele koppeling die optioneel op de atmosferische zestienhonderds te vinden is, z'n tanden stukbijt op het toegenomen koppel.