Je kan er niet omheen: aan de buitenzijde is de B-Max een heet gewassen C-Max. Met een tikkeltje scherpere lijnen, want de smaak evolueert nu eenmaal. We willen ook niet suggereren dat het een slechte zaak is, want Fords monovolumes weerstaan de grillen van Vader Tijd goed en zijn bij de meest dynamische op de markt. De vormgeving van de B-Max camoufleert overigens best goed hoe compact hij eigenlijk wel is. Hij is niet meer dan 4,08m lang. Liefst 21 centimeter korter dan de Meriva.
De olifant in de porseleinwinkel zijn natuurlijk de portieren van de B-Max. Er is geen enkele concurrent die in dit segment z'n toevlucht neemt tot schuifdeuren achteraan. En het blijft er niet bij - want terwijl ze onafhankelijk van de voordeuren opengaan, stelt de combinatie het zonder traditionele B-stijl. Dat betekent dat de opening tot anderhalve meter kan bedragen. Botweg gigantisch, en erg praktisch wanneer je kinderstoelen moet monteren of personen tussen almaar grotere auto's op niet meegroeiende parkeerplaatsen wil laten instappen. De Meriva is de enige die ook kunstjes doet met de portieren. De achterste openen er in tegengestelde richting, maar daar zijn we nog steeds niet van het nut ervan overtuigd.
In de koffer van de B-Max past in het beste geval 318l, met inbegrip van de bergruimte onder de koffervloer. Keurig maar verre van uitzonderlijk. Dat verandert echter wanneer ook de achterbank plat gaat. Dan zwelt het plaatsaanbod al tot 1.386l. En dan kan je nog altijd de passagierszetel plat leggen om wat extra volume los te peuteren of - meer voor de hand liggend - voorwerpen te laden die haast zo lang zijn als de B-Max zelf.